Sloggi Ik zal hier nog even op terugkomen: ik heb er net een half uurtje van geluisterd. Daarna had ik er echt genoeg van; ten eerste omdat ik het warm kreeg in bed en ten tweede omdat ik het op een aantal punten gewoon echt niet eens ben met Leijnse. Meest in het oog springende: het basisschooladvies is een momentopname, en in het vwo werken betere docenten dan in het vmbo. Ik ben niet toegekomen aan het stuk waar vwo-leerlingen neerkijken op de vmbo-ers, maar blijkbaar is hij zelf ook in het mes gelopen.
Ik ben in dit debat altijd een beetje een minderheid, omdat ik niet vind dat we later moeten gaan scheiden tussen de verschillende typen/niveaus. Zoals @sigme ook al opmerkte: voor de leerlingen die een beetje in het midden zitten zal dat nog wel gaan, maar de randen gaan er echt op achteruit. We hebben al schooltypes die in de eerste twee of drie jaar schoolbrede brugklassen aanbieden (jenaplan en de vrije school) en de ervaringen van mensen die ik gesproken heb die daar lesgeven bevestigen mijn vermoedens. En dan moet je daar nog bij verzinnen dat de leerlingen met vmbo-basis en kaderadviezen nauwelijks op die schooltypes terecht komen.
Er is een scala aan oorzaken waarom het niet werkt, maar laat ik er drie uitlichten:
- Ons onderwijs (en eigenlijk het onderwijs wereldwijd) is gebouwd op efficiency. Het maximale resultaat haal je vermoedelijk uit individuele begeleiding, maar dat is niet te faciliteren. Je zoekt dus een balans tussen kosten en opbrengsten, en dus geven we les aan groepen. Het lijkt me niet al te veel betoog te behoeven dat hoe homogener de groep, hoe makkelijker het werkt (let wel: dat is iets anders dan maximaal resultaat)
- Want dan komen we bij 2: differentiëren. Het klinkt heel leuk dat we tot 16 alle pubers in een lokaal houden en dat de leraar ze dan wel even op maat gaat bedienen, maar dat is (zeker in een tijd van kwalitatief en kwantitatief lerarentekort) gewoon een utopie. Ik vind mezelf een redelijke docent, maar ik moest dit jaar in één klas (van maar 18 leerlingen!) kinderen bedienen op de niveaus vmbo-basis, kader en tl en dat was gewoon bijna niet te doen. En dan zijn k en t nog bijna hetzelfde - een havoleerling heeft een totaal ander programma.
- En 3: motivatie. Veel leerlingen die bij ons in de brugklassen aankomen, zijn in de groepen 6, 7 en 8 nogal moedeloos geraakt over hun eigen schoolcarrière omdat ze in de gemengde basisschoolklassen altijd onderaan de lijst stonden. De laagste cijfers, andere rekenboekjes en regelmatig uitleg die echt niet te volgen is. Na een paar maanden in een homogene* brugklas leven ze op omdat ze merken dat ze wel wat kunnen. Als je ze dan nog 2, 3 of zelfs 4 jaar (zoals Leijnse wil) tussen de vwo'ers blijven zitten dan maak je er een aantal echt knettergek. Voor de vwo'ers die het gevoel hebben dat ze de hele tijd moeten wachten op de langzame helft van de klas zal wel ongeveer hetzelfde gelden.
Mijn oplossing voor de toenemende ongelijkheid heb ik al vaker gedeeld hier.
Het eerste wat je moet verzinnen is hoe ver je probleem reikt. Wat je wil is dat kinderen met dezelfde uitgangssituatie dezelfde kansen hebben om op dezelfde plek te komen. Dat is een redelijk utopisch beeld, maar dat het beter moet dan nu het geval is spreekt voor zich. Echter; dat is niet hetzelfde als dat iedere leerling een kans op de universiteit zou moeten hebben. Een groot deel kan dat namelijk helemaal niet.
Maar het probleem in het op 11-jarige leeftijd inschatten van het niveau van een kind dat nog volop in ontwikkeling is bestaat natuurlijk wel degelijk. Bij de invoering van de mammoetwet was dat nooit een probleem, omdat je kon op- en doorstromen en kon stapelen. Door diverse oorzaken kan dat steeds minder, en dat is wat ervoor gezorgd heeft dat een vmbo-advies in groep 8 een vrijwel definitief oordeel is. De trend wordt wel wat gekeerd, maar het stromen en stapelen moet eigenlijk volledig drempelloos zijn. Daarvoor is wat wetgeving nodig die scholen terugfluit die zelf belemmeringen instellen, en goede voorlichting aan leerlingen en ouders, maar vooral: het afschaffen van de rigide inspectieregels die ervoor zorgen dat scholen de veilige kant kiezen, in plaats van leerlingen het voordeel van de twijfel geven.
Wat inhoudelijk wel een goed idee zou zijn is dat je verschillende vakken op een verschillend niveau kan volgen. Dat brengt echter hele grote praktische problemen met zich mee, zowel op het vlak van onderwijsorganisatie als doorstroomrechten.