tsjok The Microphones - The Glow Pt. 2

Nou, dat vond ik best een leuke plaat!
Vroegâh in de Vera-club was lofi ook best hip, dus het klinkt mij allemaal vertrouwd. Misschien ken ik het ook wel, of de band, maar dat moet ik dan navragen bij mijn liefste want ik heb werkelijk nooit enig idee van bandnamen en wat ik precies wel eens voorgeschoteld krijg.
Sfeer en melodie en mate van gruizigheid bevalt me allemaal wel, maar ik vind het alweer jammer dat de teksten wat mompelig en (voor mij daardoor) onverstaanbaar zijn op wat steekwoorden na. Mijn eigen voorkeur gaat altijd uit naar Duidelijke Verhaaltjes.
Het album vond ik verder wel een nette eenheid, alleen dat Samurai Sword viel mij wat uit de toon en vond ik veruit het minst lekkere nummer. De afsluiter, My Warm Blood, vond ik het aangenaamst.

    sigme Leuk om te lezen wat je ervan vindt! Ik vind dat Samurai Sword dus zo lekker. Het is een soort lieflijk koortje maar dan met een gigantische bak herrie er overheen. Ik kan echt wegdromen bij dat nummer, proberen te luisteren naar alle lagen. Soort ultieme shoegaze waar zelfs My Bloody Valentine niet aan kan tippen. Het klopt wel dat het nogal uit de toon valt bij de rest van het album en zeker bij tracks als My Warm Blood of I Felt Your Shape - vast geen toeval dat die respectievelijk direct erna en meteen ervoor staan.

    Aangezien ik de komende week geen tijd heb, nu al mijn duit voor in de zak.

    Algemene indruk:
    Ik voel mij een beetje als in de colleges over de postmoderne filosofen. Iedereen is er lyrisch over en lijkt iets te begrijpen dat bij mij maar niet indaalt. Dat probleem heb ik wel vaker bij indierock en dan vooral noiserock. Regelmatig klinkt het mij toch te 'lelijk'. Verder vind ik het wel tof dat het een conceptuele plaat is en waardeer de bijzondere composities en het unieke geluid, maar het wekt absoluut geen emotie bij mij op.

    Ik denk trouwens ook dat mijn problemen met het album voor een deel komen door zijn zeer beperkte zangstem. Op een gegeven moment was ik die wel zat. Zeker omdat het overduidelijk een album is die je in z'n geheel moet luisteren. Ik ga ook niet snel één nummer in één van mijn afspeellijsten zetten, deze nummers horen bij elkaar. Afzonderlijk komen ze niet helemaal tot hun recht. Al was het maar omdat je dan mist dat er bijna een soort hartslag in het album zit (die op het einde heel duidelijk is natuurlijk).

    Ondanks dat ga ik toch even alle nummers weer bij langs. Ik ga trouwens niet in op de individuele songteksten omdat die gewoon regelmatig niet te verstaan zijn. Ik heb ze opgezocht en het is eigenlijk jammer dat ze zo ondersneeuwen want het zijn echt wel prima lyrics. Goede metaforen en redelijk originele invalshoeken voor een break-up plaat. The Moon heeft denk ik mijn favoriete teksten op deze plaat.

    I Want Wind to Blow
    Extreem sterk begin van de plaat, ondanks dat het een beetje lang is zonder dat er nog veel gebeurd op het einde. Ik snap ook wel dat dit 'de hit' was van het album. Goede combinatie van een redelijk toegankelijk nummer en één van de beste van de plaat. Het laat echt zien wat Phil Elverum kan.

    The Glow pt. 2
    Na een sterke opening weer een goed nummer. Het is niet helemaal mijn smaak, maar ik kan wel horen dat hij met het titelnummer een erg hoog niveau haalt.

    The Moon
    Misschien wel mijn favoriete nummer dankzij sfeer en compositie en daardoor heb ik er ook wel echt last van zijn matige zang. Zo jammer.

    Headless Horseman
    Na drie sterke nummers is dit een beetje een tegenvaller. Op zich is het fijn om een rustpunt te hebben, maar het is wel heel tam na alle interessante composities van de eerste drie.

    My Roots are Stong and Deep
    De eerste van de kortere nummers en het is een best oké nummer.

    Instrumental
    Fijn om even een dikke minuut te luisteren naar een mooie compositie. Had van mij ook wel iets langer gemogen. Het vorige nummer, hoewel prima, had prima geslachtofferd kunnen worden voor iets meer van dit.

    The Mansion
    Lekkere intro en heel atmosferisch. Het is minder interessant dan de eerste drie nummers, maar ik luister er graag naar. Zijn manier van zingen staat mij hier ook niet tegen. Het past beter dan wanneer hij mijn zijn beperkte bereik moet wedijveren met composities die zeer prominent aanwezig zijn.

    (Something)
    Beetje spookachtig en sluit mooi aan op The Mansion. Hij zoekt meerdere malen het contrast op tussen nummers die na elkaar komen en dat houdt de luisteraar gefocust. Het is echter ook wel lekker als de overgang niet zo hard is.

    (Something -1)
    En toen kon het nog spookachtiger. Interessant duo met (Something) door dat de atmosfeer bijna hetzelfde is zonder dat het ook hetzelfde klinkt.

    I'll Not Contain You
    Deze vond ik niet zo boeiend. Luistert wel lekker weg, maar op een plaat als deze valt dit nummer amper op.

    The Gleam pt 2
    Interessanter dan het vorige nummer. Maar net als bij veel andere kortere nummers met zang voegt het niet heel veel toe in mijn opinie.

    Map
    Ik waardeer de andere zangstem. Verder is de noise mij wel wat te heftig. Al is het fijn dat er een zekere opbouw is, dan wordt je er niet in één keer ingegooid. De rest van de compositie vind ik wel heel tof trouwens.

    You'll be in the Air
    Hoewel het eentonige gemompel mij begon te vervelen, is die uithaal niet bepaald aan mij besteed en was ik bijna blij dat hij weer terug ging naar het gemompel. Verder lekker nummertje.

    I Want to be Cold
    Het begin is not my cup of tea. Laten we het daar maar op houden. En in zo'n kort nummer is er dan niet heel veel meer. Al was de flits van de vrouwenstem wel lekker op het einde.

    I Am Bored
    Valt een beetje weg op deze plaat, maar prima nummer verder.

    I Felt My Size
    Lekker nummertje, maar niet bijzonder verder.

    Instrumental 2
    Fijn, het werd wel weer eens tijd voor wat bijzondere melodieën/composities. Het haalt het echter niet bij Instrumental 1. Het album zakt wel een beetje in zo op het einde.

    I Felt Your Shape
    Wederom prima, maar wel het gevoel dat ik het al een keer gehoord heb inmiddels.

    Samurai Sword
    Ja... nou. Van mij hoeft dit niet echt. Waar andere noisy nummers op een gegeven moment een balans vonden, blijft dit gewoon de hele tijd heel vervelend om naar te luisteren. Tot die stilte met wederom die hartslag. De hartslag blijft tof.

    My Warm Blood
    Dit had geen 9 minuten hoeven te zijn. Ik vind het wel een fijne en passende afsluiter trouwens met de hoofdrol voor de hartslag.


    Ik had trouwens ook een vrij lang experimenteel break-up album op de agenda staan voor volgende week. Maar om jullie allemaal te sparen zal ik wat anders uitzoeken. :p

    Ik heb het album vandaag in zijn geheel geluisterd en het is niet echt aan mij besteed. Ik deel wel een aantal zaken die Linus beschrijft. Ik vind het daarnaast ook een vrij saai album met veel eentoning gebrom en gezwijmel en erg 90's indie. Bij vlagen deed het mij denken aan John Frusciante's - Niandra LaDes and Usually Just a T-Shirt en heel in de verte ook wat aan Weezer maar dat komt denk door de stem van de zanger.

    Er zijn wel een aantal nummers die ik wel grotendeels kon waarderen. Zoals Map waarbij het bij min 02:22 ineens wel wat interessant werd.

    I am bored en I Felt your Shape vond ik ook wel aardige nummers maar Samurai Sword vond ik dan weer echt een bak teringherrie waar ik niets mee kon.

    Wel leuk om een keer geluisterd te hebben en bedankt voor de inzending maar ik denk niet dat ik hem nog een keer zal aanzetten. 🙂

    Als ik de kritieken lees kan ik het meeste goed begrijpen: de zang is vrij uniform, en weinig dynamisch. Het deed me een beetje denken aan de manier van zingen zoals bijvoorbeeld in sommige nummers van The Notwist. Dat door het soms mompelige karakter de tekst niet altijd even goed verstaanbaar is, was mij niet opgevallen: teksten boeien me toch niet.

    Gelukkig is de muzikale zijde behoorlijk dynamisch. Het gaat van minimalistische drones ((Something)) naar bakken herrie met clippende drumtracks (Samurai Swords). Dat levert af en toe ook leuke contrasten op met de bescheiden zangstem, bijvoorbeeld in de instrumentaal behoorlijk drukke The Moon en I Want to Be Cold, waarin de zang net niet in de mix verzuipt.

    Verder viel me op dat regelmatig gebruikt wordt gemaakt van een harde stereomix, dus dat een bepaald spoor enkel van links komt, of enkel van rechts. Dit "ping-pong" effect wordt af en toe goed gebruikt (I Want Wind to Blow en Instrumental) en af en toe op een wijze die mij het bloed onder de nagels vandaan haalt (The Glow, pt. 2).

    Ten slotte bevat het enkele elementen die voor mij karakteristiek zijn voor een bepaalde stroming in de indie. Ik heb eerder al The Notwist genoemd, maar van bijvoorbeeld ook Radical Face kun je vrij goed merken dat ze (al dan niet indirect) stevig teruggrijpen op het fundament dat in dit album is gelegd.

    Het hoogtepunt is voor mij de tweede helft van I Want Wind to Blow. Het is een heerlijk gitaarloopje, en de opbouw met de pompende overstuurde drumtrack is genieten. The Moon is een fijn nummer met leuke compositie. The Gleam pt. 2 is met name instrumentaal heel vet. Zou qua duisterheid en timbre wel op Blood Money van Tom Waits passen. Maar dan uiteraard ook met zang van Waits. I Want to Be Cold past mij ook wel. Doet me denken aan het snellere werk van Boris. In tegenstelling tot de eerdere commentaren vind ik Samurai Sword wel iets hebben, maar ik hou dan ook ontzettend van dronende distortion. Dat heeft iets kalmerends, waar we volgens mij in het Jukebox-topic ook al eens een gesprek over hebben gehad.

    Middenmoters: The Glow, pt. 2 heeft een bloedirritant gedeelte (zie hierboven), met die harde stereo in de akoestische gitaar die dan opzettelijk mank loopt. Vanaf een minuut of 3:30 is het een prima track, waardoor ik het nummer waarschijnlijk nog wel eens zal luisteren (waarbij ik de harde stereo skip). Instrumental -2: ik hou van die feedback, komt nog iets van een zingende zaag voorbij. Bijzondere ietwat mysterieuze sfeer.

    Had van mij niet gehoeven: de akoestische-gitaar-met-zang-nummers. I Felt Your Shape. Zal wel een liedje zijn waarbij de tekst van belang is. Muzikaal niet bijster interessant. Headless Horseman: zeurderig.

    Overall: interessant album omdat je hoort dat het een invloedrijk album moet zijn geweest in zijn genre, en er vrijelijk geëxperimenteerd wordt. Ondanks dat experimenten niet altijd succesvol zijn, is het toch goed om te horen zodat je voor jezelf ook weet wat je er van vindt. En in dit album wordt de luisteraar langs een hoop verschillende deurtjes geleid om eens te luisteren.

    4 days later

    Aangezien het de 11de is, plaats ik maar vast het album voor de komende 2 weken ondanks dat er misschien nog wat recensies komen voor Tsjoks plaat.

    Zoals ik al schreef in mijn recensie voor The Glow pt 2, was ik ook van plan om met een experimentele break-up plaat op de proppen te komen. Ik had Boys for Pele van Tori Amos uitgezocht omdat het een opvallend break up-album is en de invloed op veel van de huidige vrouwelijke singer-songwriters. Ik twijfelde echter al vanwege de lengte. En nu we net een album uit grofweg dezelfde categorie hebben gehad, ben ik maar op zoek gegaan naar iets anders.

    Dus nu maar één van mijn favoriete platen:

    1965 viel in de gouden periode van Nina Simone. Eerder dat jaar had ze al I Put a Spell on You uitgebracht, volgens velen haar beste album ooit. Pastel Blues is iets minder bekend en ondanks dat de twee platen op hetzelfde moment zijn opgenomen, is er een duidelijk verschil in stijl. I Put a Spell on You maakt vaker gebruik van een orkest/big band, terwijl Nina Simone Pastel Blues bijna in haar eentje draagt als zangeres en pianiste. En hoewel het een blues-plaat is, combineert ze het feilloos met jazz, gospel, soul en klassiek. De plaat is ook veel politieker.

    Klinkt het voor ons nog net zo revolutionair als toen ze het uitbracht in 1965? Waarschijnlijk niet. Het is echter nog steeds één van de beste zangeressen van de afgelopen eeuw in topvorm en een belangrijk onderdeel van de muziekgeschiedenis, o.a. vanwege de navolging. Dit album is een inspiratiebron voor artiesten als Kanye, Alicia Keys en Jeff Buckley en alleen daarom al boeiend om eens te luisteren.

    Tot slot fijn nieuws als je het echt niet blieft... het album is slechts 35 minuten lang.

    Luisteren kan hier op YouTube en hier op Spotify.



      5 days later

      @Linus even bedanken voor het onder de aandacht brengen van dit album. Ik heb het album nu drie keer geluisterd en is echt wonderschoon. Later kom ik nog wel met een meer uitgebreide review maar wilde dit alvast laten weten 🙂

      Ik was er nog niet aan toe gekomen te reageren op jullie ervaringen met The Microphones dus dat wil ik graag alsnog even doen. 🙂

      Moest lachen dat @Linus het woord 'lelijk' gebruikte, want dat is volgens mij zeker van toepassing op sommige stukken die (bewust) vals of dissonant zijn. Maar ja, dat hoort een beetje bij het gênre, hè. De elementen van gruizigheid die @sigme wel aanspreken, strijken @Tem juist tegen de haren. De reacties zijn wel ongeveer wat ik verwacht had. Eens met jullie allemaal dat de zang het zwakste deel van de plaat is (dat geldt overigens voor alle muziek van The Microphones) maar volgens mij ook eens met de meerderheid dat de muziek op veel plekken een hoop goedmaakt.

      Al met al bedankt voor het luisteren, leuk om deze relatief onbekende plaat te delen! Ik hoop dat jullie I Want Wind to Blow nog eens aanzetten.

      Oh, en door het album heen zit een misthoorn (door Linus beschreven als 'hartslag'). Mocht je nou zeggen, dát vind ik echt tof: dan heb ik als klein toegift nog 35 minuten misthoorn voor jullie.

      Nu naar Nina Simone! Uiteraard een legende, maar ik denk dat ik nog nooit een heel album van haar van begin tot einde heb geluisterd. Daarom heel veel zin in de volgende inzending.

      Nina Simone kende ik uiteraard wel van naam (en van Feeling Good). Op wat individuele nummers na nooit echt serieus naar haar muziek geluisterd. Dit is dus het eerste Nina Simone-album dat ik in zijn geheel heb beluisterd.

      Ik vind het een goede plaat voor rokerige kroegjes, of weekendavonden waarop je licht bezopen achter je laptopje zit. Gaat een beetje langs allerlei genres die je in rokerige kroegjes verwacht. Qua inspiraties: het klinkt als een een bluesy, jazzy, gospel, swing en inspiratie uit working-songs puttende plaat. Nina Simone heeft een typisch stemgeluid en een aangename manier van zingen. Muzikaal is het niet gewaagd of opvallend, maar het zijn allemaal zeer solide nummers.

      Mijn favoriete nummers zijn "Tell Me More And More And Then Some" en "Sinnerman". Tell Me More is een echte bluesplaat, met mondharmonica, piano, bas, en drum. De baslijn doet wat aan die van Feeling Good denken. Perfect voor de barscène in een film noir. Sinnerman is gewoon een lekker nummer dat je bij de les houdt wanneer je aan het einde van het album in dreigt te kakken. Het is zonder meer het meest gevulde en aanwezige nummer van de plaat. De rest is in verhouding behoorlijk behouden.

      Er staan wat mij betreft geen nummers op het album die door het ijs zakken. Strange Fruit ken ik vooral van de uitvoering van Billie Holiday. En deze klinkt dan wat vreemd in de oren.

      Linus

      Oh ja, heerlijke plaat. Gister een aantal keren achter elkaar gedraaid. Bleef leuk.

      Lekker afwisselende nummers, maar het beste (voor mij) is de duidelijk dictie en de mooie stem. Op de meeste nummers bijna androgyn, wat ik zeer aangenaam vind. Op een enkel nummer wat duidelijker een vrouwelijke stem, ook mooi.

      Eigenlijk moet ik het natuurlijk nog een keer nummer voor nummer door, en misschien even wat teksten erbij lezen, maar ik weet niet of ik daar aan toe ga komen. Maar heerlijke plaat dus. Dank voor het mij er naar laten luisteren 👍

        Prima plaat inderdaad. Ook wel tof dat zo'n oude plaat, wat mij betreft, nog amper verouderd klinkt.

        sigme Op de meeste nummers bijna androgyn

        Had ik aanvankelijk ook in mijn opmerkingen staan. Later toch weggehaald omdat ik het echt "een Nina Simone-stemgeluid" vond. Maar dat vertoont een zekere overlap met androgyn.

        Ik heb wel gezien dat mensen de link leggen tussen haar androgyne stem en de ook wel naar androgyn-neigende stem van veel van de mannen die haar als inspiratie zien/haar materiaal zingen. Maar dat kan zich natuurlijk ook versterken. Als eerst Nina het lied Be My Husband zingt, dan Jeff Buckley en vervolgens Antony and the Johnsons... dan wordt zo'n nummer ook wel een beetje geassocieerd met androgyn en zo gezongen. Bijvoorbeeld Ed Sheeran zingt het ook vrij hoog en misschien had hij dat niet gedaan als de bekendste moderne versies lager gezongen waren. Of hij had het misschien wel helemaal nooit gezongen als Buckley het niet had gezongen en de bekendste versies allemaal door dames waren gezongen. Je weet het niet.

        Anyway, omdat het grote nadeel van Pastel Blues eigenlijk is dat ze geen van de nummers heeft geschreven even Mississippi Goddam als (woedend) toetje:

        5 days later

        Had gepland gisteren, aan mijn bijdrage te werken maar het mooie weer gooide roet in het eten. Misschien maar mijn lunch wat inkorten vandaag, ik heb de plaat in ieder geval al.

        Mijn bijdrage aan de Platenclub is de Bretonse zanger Alan Stivell met de plaat Back to Breizh. De jaren zestig waren sociaal en politiek zeer woelig, en dat had ook zijn effect op de culturele sfeer in het algemeen. Een deel van de tegencultuur uitte zich in het afzetten tegen de "dominante" imperiale Engelse en Franse culturen, en het promoten van een neo-romantisch beeld van de "originele" regionale culturen en talen. De Bretons-Franse zanger en multi-instrumentralist Alan Cochevelou was (en is) een belangrijke representant van deze golf, die eind jaren zestig en begin jaren zeventig zeer bekend werd met zijn moderne interpretatie van traditionele Bretonse muziek - Bretagne was de geboortestreek van zijn vader. Hij "Bretoniseerde" hierbij zijn naam tot Alan Stivell: "stivell" is Bretons voor "bron". Zijn muziek wordt gekenmerkt door een fusie van traditionele Bretonse en Keltische instrumenten zoals de bombard, de doedelzak en de tinwhistle en moderne populaire stijlen en bijbehorende instrumenten, zoals de elektrische gitaar. Zijn muziek verkent thema's van regionale identiteit, maar ook van romantiek en ideeën van een tocht naar de oorsprong en eenheid met natuur - zeker in de tijd waarin hij opkwam zeer aansprekende thema's. In 1972 culmineerde dit in een vermaard concert in de Olympia in Parijs, en als boomer in Frankrijk scoor je nog steeds respectpunten door te kunnen claimen bij dit concert aanwezig te zijn geweest. Zijn muziek kwam in de jaren tachtig wat verder op de achtergrond maar hij heeft nog steeds een vrij trouwe fanschare en is zeker in Bretagne ook onder jongeren nog altijd erg populair.

        Stivell speelt hier de bombard, een Bretons instrument enigszins gelijkend op de hobo.

        Voor deze bijdrage koos ik één van zijn toegankelijkere albums: Back to Breizh, uitgekomen in 1999. Vers les îles et villes de verre is het wat makkelijke intro-nummer van het album, dat een wat nostalgische sfeer van touren over de Franse (of Bretonse) secundaire wegen oproept. Rêves (Hunvreoù) is wat intenser en raakt aan de spirituele en emotionele kant van zijn oeuvre. Ceux que sèment la mort heeft wat meer popinvloeden is een mooi voorbeeld van hoe Stivell popmuziek met traditionele instrumenten mengt. Arvor-you is daarentegen weer rustiger en romantischer. Rock harp is wederom een typische fusienummer waar Stivell de harp combineert met rockinvloeden (je zou het niet zeggen!).
        Skoit 'n Treid!' is één van de actiefste nummers en heeft ook een wat sterkere connotatie met de Bretonse taal. Iroise is misschien het meest "spirituele" nummer van het album en combineert harp met in dit geval zeer rustige zang van Stivell - het nummer geeft tegelijkertijd de indruk van een ode en van een zoektocht. Het volledig instrumentale E kreiz hag endro brengt je weer wat terug uit deze spirituele diepgang en is wat toegankelijker. Het titelnummer Back to Breizh! kent een aardige opbouw van instrumenten en is wellicht het visitekaartje van het album. Het slotnummer Harpe de vies lijkt vooral op het showen van zijn vaardigheid met de harp, maar is ook in lijn mezt het wat romantische, spirituele karakter van het album. Het album heeft ook twee bonusnummers: Brian Boru (in French), dat een Franse interpretatie van één van zijn bekendste nummers is en Armoricaine (Suite), een, moderne interpretatie van een traditioneel Bretons lied. In het geval van het laatste blied loont het om de betekenis van de tekst op te zoeken.

        Te luisteren op Youtube en vast ook op Spotify.

          Reya
          Nog nooit van gehoord, dus bijzonder benieuwd.

          Is inderdaad ook op Spotify te vinden.

          Ik zou nog even wat uitgebreider terugkomen op het album wat @Linus heeft aangedragen.
          Zoals ik al eerder schreef vind ik het een heel fijn album. Hoe geweldig is het het als je zoveel talent en kracht hebt om te zingen zoals Nina Simone doet. Ik vind het zo'n divers album wat betreft nummers waarbij persoonlijke en maatschappij kritische onderwerpen worden behandeld.
          Ik vond het album zo fijn klinken en interessant dat ik ook wat achtergronden van nummers ben gaan zoeken en waarbij je dan ook wat anekdotes leest over Nina Simone en haar bipolaire stoornis. Ik moest wel lachen om het verhaal dat ze iemand van een platenmaatschappij wilde neerschieten omdat hij niet wilde betalen

          Mijn favoriete nummers van het album zijn:

          • Trouble in Mind
          • Ain't no use
          • Strange Fruit
          • Sinnerman

          Reya
          Ben bijna aan het einde van mijn eerste "op de achtergrond aanzetten"-luisterrondje. Mijn eerste associatie met het "doedelzak zonder doedelzak" geluid is waarschijnlijk heel fout, maar omdat anders iemand anders er mee aan komt zetten slinger ik hem er toch even in: