Als ik de kritieken lees kan ik het meeste goed begrijpen: de zang is vrij uniform, en weinig dynamisch. Het deed me een beetje denken aan de manier van zingen zoals bijvoorbeeld in sommige nummers van The Notwist. Dat door het soms mompelige karakter de tekst niet altijd even goed verstaanbaar is, was mij niet opgevallen: teksten boeien me toch niet.
Gelukkig is de muzikale zijde behoorlijk dynamisch. Het gaat van minimalistische drones ((Something)) naar bakken herrie met clippende drumtracks (Samurai Swords). Dat levert af en toe ook leuke contrasten op met de bescheiden zangstem, bijvoorbeeld in de instrumentaal behoorlijk drukke The Moon en I Want to Be Cold, waarin de zang net niet in de mix verzuipt.
Verder viel me op dat regelmatig gebruikt wordt gemaakt van een harde stereomix, dus dat een bepaald spoor enkel van links komt, of enkel van rechts. Dit "ping-pong" effect wordt af en toe goed gebruikt (I Want Wind to Blow en Instrumental) en af en toe op een wijze die mij het bloed onder de nagels vandaan haalt (The Glow, pt. 2).
Ten slotte bevat het enkele elementen die voor mij karakteristiek zijn voor een bepaalde stroming in de indie. Ik heb eerder al The Notwist genoemd, maar van bijvoorbeeld ook Radical Face kun je vrij goed merken dat ze (al dan niet indirect) stevig teruggrijpen op het fundament dat in dit album is gelegd.
Het hoogtepunt is voor mij de tweede helft van I Want Wind to Blow. Het is een heerlijk gitaarloopje, en de opbouw met de pompende overstuurde drumtrack is genieten. The Moon is een fijn nummer met leuke compositie. The Gleam pt. 2 is met name instrumentaal heel vet. Zou qua duisterheid en timbre wel op Blood Money van Tom Waits passen. Maar dan uiteraard ook met zang van Waits. I Want to Be Cold past mij ook wel. Doet me denken aan het snellere werk van Boris. In tegenstelling tot de eerdere commentaren vind ik Samurai Sword wel iets hebben, maar ik hou dan ook ontzettend van dronende distortion. Dat heeft iets kalmerends, waar we volgens mij in het Jukebox-topic ook al eens een gesprek over hebben gehad.
Middenmoters: The Glow, pt. 2 heeft een bloedirritant gedeelte (zie hierboven), met die harde stereo in de akoestische gitaar die dan opzettelijk mank loopt. Vanaf een minuut of 3:30 is het een prima track, waardoor ik het nummer waarschijnlijk nog wel eens zal luisteren (waarbij ik de harde stereo skip). Instrumental -2: ik hou van die feedback, komt nog iets van een zingende zaag voorbij. Bijzondere ietwat mysterieuze sfeer.
Had van mij niet gehoeven: de akoestische-gitaar-met-zang-nummers. I Felt Your Shape. Zal wel een liedje zijn waarbij de tekst van belang is. Muzikaal niet bijster interessant. Headless Horseman: zeurderig.
Overall: interessant album omdat je hoort dat het een invloedrijk album moet zijn geweest in zijn genre, en er vrijelijk geëxperimenteerd wordt. Ondanks dat experimenten niet altijd succesvol zijn, is het toch goed om te horen zodat je voor jezelf ook weet wat je er van vindt. En in dit album wordt de luisteraar langs een hoop verschillende deurtjes geleid om eens te luisteren.