tsjok Ik ga de moord op Wiersum uiteraard op geen enkele manier bagetalliseren, maar artikel 83a Sr ziet echt op een ander doel. Het intimideren van een getuige is niet "de fundamentele constitutionele structuren ernstig ontwrichten" (de andere delen van de opsomming zijn al helemaal niet van toepassing). Het is makkelijk om een daad die zo ernstig en ongekend is hier in te lezen maar dan ga je wel aan de tekst van het artikel voorbij in mijn ogen.
Ik zou de moord op Wiersum ook niet over de boeg van "intimidatie van getuige" gooien, maar intimidatie van advocaten (en eventueel andere betrokkenen in de strafrechtketen): de moord diende om het idee te propageren dat het werken aan een dergelijke klus een impliciet doodsvonnis betekent voor jezelf. Dus dat de aantasting van de rechtspraak, als fundamentele constitutionele structuur, niet zozeer specifiek op beïnvloeding van deze zaak op zich ziet, maar op het creëren van een type zaak waarbij je als betrokkene je leven niet meer zeker bent.
Stel dat het niet de advocaat van de kroongetuige was geweest die was doodgeschoten, maar de OvJ, of de voorzitter van de rechtbank: zou je een terroristisch motief dan meer aannemelijk vinden? Zou je 83a Sr, in het geval van de moord op Peter R. De Vries, in een drukke straat, op bekende Nederlander, - als parallellen met de zaak Van Gogh - voor de hand vinden liggen, of is dat ook te specifiek?
tsjok De vergelijking met de moord op Theo van Gogh is in dat opzicht wel een interessante omdat Mohammed Bouyeri met zijn daad nadrukkelijk wél de gehele bevolking of een deel daarvan angst aan wilde jagen en bovendien een lid van de Tweede Kamer bedreigde (namelijk Ayaan Hirsi Ali). Dat schreef hij op een brief die hij achterliet op het lichaam van Van Gogh die hij gruwelijk had omgebracht op een drukke straat in Amsterdam. De rechtbank overwoog dan ook in het vonnis:
Ja, in dit geval levert dat sowieso een bewijsleemte op die door Bouyeri met nadruk was vervuld. Mijn idee van een terreurmotief komt dan ook vooral voort uit mijn aannames betreffende de motieven, waarbij dergelijk bewijs logischerwijs niet voorhanden is.
tsjok Bouyeri is ook veroordeeld voor de poging moord op verschillende politie-agenten die hij beschoot tijdens zijn vlucht, maar voor al die feiten werd hij wel vrijgesproken van het terroristisch oogmerk omdat een van zulke omstandigheden niet van toepassing was. Terwijl je jouw redenering - agenten worden niet doodgeschoten vanwege hun werkzaamheden, de vanzelfsprekendheid dat je in Nederland als agent je werk kan doen, en 's avonds weer bij je gezin kan zijn, frustreren van de rechtsgang rondom zijn aanhouding etc - ook zou kunnen ophangen voor de pogingen moord.
Geweld tegen politieagenten vormt inderdaad wel een interessante vergelijking. Ik denk echter dat de agenten in dit geval mogelijk meer "praktische obstakels" waren; er is door Bouyeri immers ook op omstanders die niet-agent zijn geschoten. Waarschijnlijk zou eenieder die een vorm van aanhouding zou proberen wat kogels tegemoet kunnen zien.
Om de vergelijking wat rechter te trekken: zou je het aan kunnen merken als een terroristisch oogmerk wanneer een politieagent voor diens huis wordt opgewacht en doodgeschoten, vanwege de betrokkenheid bij een bepaald dossier? Daaraan zou ik dan ook nog de geïmpliceerde intimidatie van ándere agenten die zich met een dergelijk dossier bezig (kunnen gaan) houden willen veronderstellen, en dat dat mede beoogd werd door de daders.