- Edited
Drietebuul Ik bedoel zeker niet je lange en zorgvuldige post wat flauw af te doen, maar je hecht echt te veel letterlijke waarde aan de richtlijn. De richtlijn is bedoeld om een handvat te bieden. Niet elke afwijking hoeft specifiek te worden gemotiveerd, wat gemotiveerd moet worden is de hoogte van de straf an sich. Daarvoor zijn argumenten als "het heeft een grote impact op zijn werk" en "de rechtbank vindt de gevorderde eis te hoog" en "de straf vinden we voldoende gezien de ernst van het bewezenverklaarde" valide argumenten. Je schiet ze nu af alsof het een gebrekkige onderbouwing van exacte wetenschap is, maar dat is strafmaatbepaling niet.
Even terug naar de wettelijke basis. Artikel 359 Sv lid 5 en 6:
- Het vonnis geeft in het bijzonder de redenen op, die de straf hebben bepaald of tot de maatregel hebben geleid.
- Bij de oplegging van een straf of maatregel die vrijheidsbeneming medebrengt, geeft het vonnis in het bijzonder de redenen op die tot de keuze van deze strafsoort, dan wel tot deze soort maatregel hebben geleid. Het vonnis geeft voorts zoveel mogelijk de omstandigheden aan, waarop bij de vaststelling van de duur van de straf is gelet.
Wat de rechtbank moet doen is de omstandigheden aangeven waarop is gelet. Eén van die omstandigheden in deze casus is dat aansluiting is gezocht bij de richtlijn (wat niet betekent dat het letterlijk wordt overgenomen). Afwijken van de richtlijn an sich hoeft überhaupt niet onderbouwd te worden!
Er zijn ook zaken waar het wel zo werkt, hè. Soms zegt de rechtbank gewoon "Mishandeling is in de richtlijn 400 euro en 200% als het slachtoffer een agent is dus ik leg 800 euro geldboete op". Maar de vraag is of je dan wél een goede motivering hebt gegeven. Enkel verwijzen naar een richtlijn die überhaupt niet bindend is is ten slotte ook geen onderbouwing van je standpunt. Samenvattend is strafhoogte echt onzettend casuïstisch. Als je het benadert als een exacte wetenschap en gaat zoeken naar onderbouwde argumenten voor elke procent afwijking kom je van een koude kermis thuis, zoals jij ook hebt ondervonden. Als juridisch professional in de praktijk verbaas ik me geregeld over de stafmaat, zowel in postieve als negatieve zin.
Drietebuul Acht jij, op basis van het vonnis, een andere uitkomst in het hoger beroep onwaarschijnlijk? Vind je de onderbouwing toereikend? Het zal waarschijnlijk geen vormverzuim zijn waarop men na een hoger beroep een (succesvol) cassatieberoep kan instellen, maar slechtgemotiveerd van een richtlijn afwijken maakt de overwegingen lastig te controleren en doet afbreuk aan de rol van de rechter.
Dat kan ik niet inschatten in een concrete zaak. De straf is aan de lage kant, dus dan is het wel een veilige gok om in te zetten dat de straf in hoger beroep hoger zal zijn. Maar het kan ook dat het hof de overwegingen van de rechtbank overneemt en dan kom je ongeveer op hetzelfde.
Overigens is de strafhoogte en dan met name slechte motivering daarvan wel een cassatiegrond. Maar je moet dan als rechter het wel héél bont maken, het resultaat moet "verbazingwekkend" zijn. Stukje tekst en commentaar:
Desalniettemin zijn er gevallen waarin de Hoge Raad geen genoegen heeft genomen met een dergelijke standaardmotivering. De Hoge Raad casseert wanneer de opgelegde straf of maatregel, gelet op het bewezenverklaarde, het daaraan verbonden strafmaximum en de omstandigheden van het bijzondere geval, van dien aard is dat zij niet zonder meer begrijpelijk is. In de literatuur wordt dit wel het ‘verbazingscriterium’ genoemd. Dat doet zich bijvoorbeeld voor indien er een opmerkelijk zware straf wordt opgelegd. Bijvoorbeeld: iemand met een minimuminkomen een geldboete van € 1500 opleggen.64 Verbazing wekt in dit verband ook als in hoger beroep de verdachte tot dezelfde straf wordt veroordeeld ondanks dat de bewezenverklaring een ander strafbaar feit met een lager strafmaximum betreft.65 Evenmin begrijpelijk is het opleggen van een straf die zwaarder is dan door de advocaat-generaal gevorderd, onder aanvoering van het argument dat het niet onwaarschijnlijk is dat verdachte zich later opnieuw met wapens en opiumwetdelicten zal inlaten. Dat laatste bleek niet uit eerdere veroordelingen noch bevatte het proces-verbaal van de zitting aanknopingspunten dat recidive in redelijkheid te verwachten was.66
edit: Overigens nog specifiek ten aanzien van je punt c): "de rechtbank [is] van oordeel is dat de gevorderde straf in vergelijking tot de straffen die in soortgelijke gevallen worden opgelegd te hoog is". Dit is geen argument voor of tegen afwijken van de richtlijn, zoals je het presenteert; de eis van de officier van justitie is alleen een nadrukkelijk onderbouwd standpunt in de zin van artikel 359 lid 2 Sv en daarom moet de rechter motiveren waarom hij er vanaf wijkt op straffe van nietigheid van het vonnis. De motivering in dit geval is dus "ik vind hem te hoog gezien de eis in vergelijkbare gevallen".