Sloggi Ik zou een motie niet ondenkbaar vinden dat de Eerste Kamer tijdelijke verhuur voor de specifieke doelgroepen studenten en arbeidsmigranten wel wil toestaan, maar niet voor de rest van het vrije segment. In de evaluatiebepaling uit 2021 werden doelgroepencontracten door verhuurders en huurders als positief ervaren. Anders bestaat het risico dat deze initiatiefwet het voor studentenverhuurders onmogelijk maakt om tijdelijke campuscontracten in de huidige vorm aan te bieden, een praktijk waartegen deze wet volgens mij niet gericht is.
Ook zou een motie niet ondenkbaar zijn om het effect op de woningmarkt te monitoren, in lijn met de Wet doorstroming huurmarkt 2015, waarbij er een actiepunt voor het ministerie blijft om te rapporteren over het netto-effect op nieuwe huurcontracten in de vrije sector. Het doel is niet alleen tijdelijke verhuur drukken, maar het doel is ook om contracten voor onbepaalde tijd te verhogen. Als van dat laatste geen sprake is, kun je vraagtekens zetten bij de effectiviteit.
Ten laatste is het een saillant detail dat de Eerste Kamer recent de verlenging van tijdelijke huurcontracten (3 jaar in plaats van 2 jaar, voorstel door VVD maar licht controversieel voor andere partijen), waar de Tweede Kamer akkoord mee ging, heeft gedwarsboomd vanwege een "onzorgvuldig proces". D66-minister Ollongren had destijds de verlenging nog verdedigd, maar werd teruggefloten en het zou een hele snelle draai zijn als D66 nu het hele instrument van tijdelijke contracten onwenselijk zou vinden. Het zou kunnen dat onzorgvuldigheid ook als argument wordt gebruikt tegen het ten uitvoer brengen van de initiatiefwet. Dan zou het standpunt van de minister (tijdelijke verhuur niet afschaffen, maar de prikkels wegnemen) beter te verdedigen zijn dan het standpunt van Nijboer/Grinwis.