Lopen er niet twee verschillende gevoelens door elkaar heen?
Aan de ene kant: heeft iemand onder valse voorwendselen asiel (en daarna het staatsburgerschap) gekregen in Nederland, als diegene terug reist naar het land van herkomst?
Aan de andere kant: moet de Nederlandse overheid Nederlanders helpen die naar gebieden met een negatief reisadvies afreizen?
Ik proef een beetje de neiging om de tweede vraag met "nee" te beantwoorden op basis van gevoelens over de eerste vraag. Maar je moet dat strikt uit elkaar houden. We kunnen mensen Nederlander laten worden of niet, maar we moeten geen tweederangs-burgers creëren.