Het transferseizoen 2019 in het voortgezet onderwijs is geopend. Een vloedgolf aan vacatures spoelt over websites en kranten. In Trouw waren het vier volle pagina’s op 13 april. Op Meesterbaan.nl stonden vijftig vacatures voor wiskunde.
Het spel is op de wagen: komt de personeelsformatie rond? Of start het nieuwe schooljaar zonder wiskunde, economie of natuurkunde op het rooster? Over twee maanden is het duidelijk in de directiekamers, over vijf maanden weten ouders en leerlingen het antwoord, over zeven maanden zullen er wel Kamervragen zijn.
Een analyse van de personeelsadvertenties stemt niet vrolijk. Schooldirecties lijken het maar moeilijk te begrijpen. Die advertentieteksten zijn niet wervend. Integendeel, het eisenpakket is overweldigend. Als beoogd docent moet ik gaan bouwen aan de toekomst, moet ik de leerbehoefte van de leerling leidend maken, moet ik leerlingen gaan inspireren, uitdagen en motiveren. Van mij wordt verwacht dat ik gedreven en enthousiast ben, dat ik een veilige leeromgeving ga bieden en dat ik het verschil ga maken. Hallo, dat is pittig, wat staat daar tegenover?
Eén advertentie rept over ‘ruimte voor ontwikkeling’, een andere over ‘leuke collega’s’. Dat is obligaat, maar de overige advertenties zwijgen geheel over hun aanbod. Bijzonder..., zeker in een gespannen arbeidsmarkt.
De teksten lijken verdacht veel op het utopische beeld dat sommige scholen uitdragen bij de leerlingwerving. ‘Beste leerling, bij ons krijg je uitdagend onderwijs op maat, word je gecoacht tot je gelukkig bent, kun je kiezen welke vakken, welke lessen, welke excursies je doet’. Tussen de regels lees ik in de personeelsadvertenties dus: jij moet onze utopische beloften aan ouders en kinderen waarmaken, want je voorganger zit burn-out thuis.
Behoeften
Ik ben een docent, een echte. Als ik merk dat iemand iets niet goed snapt, vind ik het fijn om het gewoon opnieuw uit te leggen. Dus: als je een docent wilt werven, ga je uit van de behoeften van een docent. Je beschrijft wat je als school biedt.
Ik geef een voorbeeld, dat helpt vaak goed: ‘Beste docent, wij zijn een financieel gezonde school omdat wij de afgelopen jaren geen fratsen hebben uitgehaald. De lijnen zijn hier kort. Het geld gaat naar jou en je collega’s, niet naar een stafbureau. We hoeven niet te beknibbelen op je lesuren of je opslagfactor.
‘De organisatie staat stevig op de poten met gemotiveerd en kundig onderwijs ondersteunend personeel. Jij werkt dus in een schoon schoolgebouw. Er is geen gedoe met weigerende digiborden of onrust op de gangen tijdens de lessen. Als schoolleiding voeren we een stevig beleid voor de broodnodige disciplinering van de hedendaagse leerlingen. Hier geen grote bekken of hinderlijke mobieltjes in het lokaal die jou kunnen filmen. Ook voor jou is de school een veilige omgeving. Omdat we enkele onderwijshypes hebben durven overslaan, kunnen we jou én je leerlingen een goed en stabiel lesrooster bieden.
‘Beste docent, kom je bij ons lesgeven? We vragen van jou dat je je vak verstaat, van jongeren houdt, verstandig omgaat met allerlei puberaal gedrag en dat je in de drukke weken van het schooljaar doorwerkt tot het werk af is.’
Zorgelijk
Maar goed, alle gekheid op een stokje. Zorgelijk is het. Als de vijftig wiskundevacatures van deze week vervuld zijn, dan hebben volgende maand vijftig andere scholen een vacature. Ik benijd schooldirecties niet. Ze zijn schuldeloos verzeild geraakt in een tweefrontenoorlog: de slag om de leerling en om de vakdocent.
Er is maar één weg terug, tegen de tijdgeest in, weg van de overspannen verwachtingen. Het budget voor het onderwijs is niet groot genoeg voor maatwerk en veel franje. Punt. Het budget voor onderwijs is prima geschikt voor een eenvoudige schoolorganisatie met af en toe een leuke excursie.
Beste ouder en leerling, als je koos voor een school waar het fijn werken is voor docenten, hoef jij niet bang te zijn voor gaten op je lesrooster in september.