janneke141 Ja, en nu ga je wel uit van een ideale situatie waar geen disfunctionerende scholen/leraren bestaan. En hoe ga je dat dan oplossen? Op het moment dat aan het licht komt dat leerlingen op school jarenlang geen fatsoenlijk onderwijs hebben gekregen dan wordt er toch direct naar de overheid gekeken om de boel te corrigeren.

    Eur In de huidige situatie bestaan er ook slechte leraren en slechte schoolbesturen. De vraag is of dat er meer of minder worden als je de situatie zo kan wijzigen dat het leraarschap een aantrekkelijker vak wordt voor hoogopgeleiden.

    Grootste nadeel aan het lerarenschap blijven de leerlingen. Dat is en blijft voor autisten/hoogopgeleiden een onoverkomelijk issue.

      GSbrder Zoals arts ook een keileuk beroep is, ware het niet voor al die zieke mensen.

        tsjok zo is het. In theorie zou ik best leraar kunnen zijn. De praktijk echter...

        janneke141 Enfin, ondertussen spreken van links tot rechts allerlei politici hun zorgen uit over de groeiende lerarentekorten, maar worden er precies nul maatregelen genomen om er iets aan te doen.

        Neenee, dat zie je verkeerd. Zo is er bij de laatste begrotingsbehandeling een motie aangenomen om het lerarentekort verder terug te dringen.

        Motie van de leden Van der Molen en Tielen, Kamerstuk 35 000 VIII, nr. 54
        De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat sommige studenten voor een lerarenopleiding hebben gekozen waarmee ze moeizaam een baan in het onderwijs kunnen vinden of behouden; constaterende dat zij als zij voor een tweede lerarenopleiding kiezen het hogere instellingscollegegeld moeten betalen; constaterende dat we vanwege het lerarentekort graag deze mensen willen behouden voor de onderwijssector; constaterende dat met de wetswijziging verlaging wettelijk collegegeld geregeld is dat de halvering ook geldt voor studenten in het kleinschalig en intensief onderwijs en zij een veel hogere korting krijgen dan studenten van een reguliere opleiding; verzoekt de regering, de Wet verlaagd wettelijk collegegeld aan te passen zodat alle studenten hetzelfde bedrag krijgen en de 2,5 miljoen euro die hiermee vrij komt te gebruiken voor een regeling voor mensen die voor een tweede lerarenopleiding kiezen en geen aanspraak kunnen maken op een andere regeling zoals de lerarenbeurs of zijinstroom; verzoekt de regering tevens, hier voor het zomerreces van 2019 de Kamer over te informeren, en gaat over tot de orde van de dag.

        Reactie OCW:

        De dekking voor deze motie kan worden gerealiseerd per studiejaar 2020/2021. Om de halvering voor opleidingen met het predicaat kleinschalig en intensief onderwijs aan te passen naar een korting van de helft van het wettelijk collegegeld, is een wijziging van het Uitvoeringsbesluit WHW (UWHW) benodigd. In het uitvoeringsbesluit van de WHW staat dat het wettelijk (gehalveerd) collegegeld jaarlijks wordt vastgesteld bij ministeriële regeling voor 1 november voorafgaand aan het studiejaar waarvoor het aangepaste collegegeld gaat gelden. Het wettelijk collegegeld van studiejaar 2020/2021 moet dus per 1 november 2019 bekend zijn. De wijziging van de UWHW moet daarom voor die tijd gereed zijn.

        Aangaande de opbrengsten geldt dat deze in het studiejaar 2020/2021 maar voor een derde in 2020 zullen vallen. In dat jaar zal er dan circa € 0,6 miljoen beschikbaar zijn. Vanaf 2021 is dit maximaal € 2,5 miljoen. Dat is daarmee het maximale budget voor een regeling.

        De motie is overigens afgeraden door de minister, maar bijna kamerbreed (D66 niet) aangenomen, dus we gaat weer een hoop geld besteden aan het uitvoeren van deze prachtmotie.

          sigme Aha. Dit gaat zoden aan de dijk zetten. Ook wel weer typerend dat D66 tegen stemt trouwens.

          Nieuwsbericht | 18 april 2019
          Ministerraad stemt in met mbo-studentenfonds

          De ministerraad heeft op voorstel van minister Van Engelshoven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ingestemd met de oprichting van een mbo-studentenfonds. Uit dit fonds kunnen mbo-studenten die met een goede reden vertraging oplopen, een vergoeding van hun school krijgen als ze geen studiefinanciering meer ontvangen. Het gaat bijvoorbeeld om studenten die ziek zijn, zwanger worden of een beperking hebben. Met deze wet wordt ook geregeld dat studenten in het mbo voortaan officieel ‘studenten’ heten, in plaats van ‘deelnemers’.

          Mbo-studentenfonds
          Minister Van Engelshoven stort 10 miljoen euro in dit fonds. Het beschikbare geld wordt verdeeld onder alle mbo-instellingen. De instellingen zijn vrij om de precieze invulling van het fonds te bepalen, omdat zij de problematiek het beste kunnen inschatten. Behalve de ondersteuning van studenten die vertraging oplopen, regelt het fonds ondersteuning van de onderwijsbenodigdheden voor minderjarige, voltijds studenten uit minima gezinnen. Vanuit het fonds worden dan onderwijsbenodigdheden beschikbaar gesteld. Dat zijn spullen die studenten zelf moeten kopen, zoals laptops, boeken en werkkleding.

          Zwangerschap
          Door dit wetsvoorstel worden onder andere de rechten van zwangere mbo-studenten beter geregeld. Zo kunnen zwangere studenten in de toekomst een vergoeding uit het mbo-studentenfonds krijgen. Ook wordt zwangerschap een officiële reden voor verzuim. Nu moeten zwangere studenten zich ziek melden. Tevens wordt expliciet geregeld dat mbo-scholen geen negatief bindend studieadvies mogen afgeven bij onvoldoende studieresultaten die zijn ontstaan door zwangerschap en bevalling.

          De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer. Naar verwachting kan het wetsvoorstel in het najaar bij de Tweede Kamer worden ingediend.

          Maar mbo’ers zijn toch scholieren?

            Speciaal voor @janneke141
            Uit een intern columnpje van een beleidsambtenaar:

            De Onderwijsallocatieparadox. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de kwaliteit van de leraar het meeste effect op de leerlingprestaties heeft in het primair onderwijs en op het vmbo. Toch verdienen leraren daar het minste, waardoor de beste leraren daar vaak niet willen lesgeven.

              Friek

              In het spraakgebruik wel, maar volgens de huidige wet zijn het 'deelnemers'. In de nieuwe wet worden het 'studenten', waardoor ze ook in aanmerkng komen voor allerlei regelingen voor 'studenten'.

              Nog eentje voor @janneke141
              Statistiekjes!

              Een collega-beleidsmedewerker wees mij op de statistische Simpson Paradox. Bedenk je twee middelbare scholen, A en B, met elk 100 leerlingen in het examenjaar. Elk jaar zie je in de krant dat school A een slagingspercentage van 90% haalt, terwijl dit bij school B slechts 80% is. En toch is school B beter! Hoezo? De instroom van school B verschilt namelijk significant van A. De gegevens zien er anders uit als school A 90 leerlingen uit ‘goede’ wijken heeft en daarvan halen 3 hun eindexamen niet, terwijl school B 60 leerlingen uit ‘goede’ wijken heeft, waarvan er maar één het niet haalt . Opeens is school B de betere school. Gelukkig meet de onderwijsinspectie veel van deze instroomvariabelen wel om de kwaliteit van een school te bepalen. Maar welk getal zien ouders en (toekomstige) leerlingen? Juistem.

              sigme Tja. Iedereen weet het, niemand doet er iets aan. Of nou ja, het po heeft er een leuke zakcent bijgekregen, maar binnen het vo gaat het meeste geld nog altijd naar h/v-ers en naar mensen die überhaupt geen les geven.

              Opinie over het lerarentekort en de kennelijk onvermijdelijke concurrentieslag in het werven van leerlingen en docenten, waarbij voor de eerste alle registers open gaan en voor de tweede dus niet:

              Het transferseizoen 2019 in het voortgezet onderwijs is geopend. Een vloedgolf aan vacatures spoelt over websites en kranten. In Trouw waren het vier volle pagina’s op 13 april. Op Meesterbaan.nl stonden vijftig vacatures voor wiskunde.

              Het spel is op de wagen: komt de personeelsformatie rond? Of start het nieuwe schooljaar zonder wiskunde, economie of natuurkunde op het rooster? Over twee maanden is het duidelijk in de directiekamers, over vijf maanden weten ouders en leerlingen het antwoord, over zeven maanden zullen er wel Kamervragen zijn.

              Een analyse van de personeelsadvertenties stemt niet vrolijk. Schooldirecties lijken het maar moeilijk te begrijpen. Die advertentieteksten zijn niet wervend. Integendeel, het eisenpakket is overweldigend. Als beoogd docent moet ik gaan bouwen aan de toekomst, moet ik de leerbehoefte van de leerling leidend maken, moet ik leerlingen gaan inspireren, uitdagen en motiveren. Van mij wordt verwacht dat ik gedreven en enthousiast ben, dat ik een veilige leeromgeving ga bieden en dat ik het verschil ga maken. Hallo, dat is pittig, wat staat daar tegenover?

              Eén advertentie rept over ‘ruimte voor ontwikkeling’, een andere over ‘leuke collega’s’. Dat is obligaat, maar de overige advertenties zwijgen geheel over hun aanbod. Bijzonder..., zeker in een gespannen arbeidsmarkt.

              De teksten lijken verdacht veel op het utopische beeld dat sommige scholen uitdragen bij de leerlingwerving. ‘Beste leerling, bij ons krijg je uitdagend onderwijs op maat, word je gecoacht tot je gelukkig bent, kun je kiezen welke vakken, welke lessen, welke excursies je doet’. Tussen de regels lees ik in de personeelsadvertenties dus: jij moet onze utopische beloften aan ouders en kinderen waarmaken, want je voorganger zit burn-out thuis.

              Behoeften
              Ik ben een docent, een echte. Als ik merk dat iemand iets niet goed snapt, vind ik het fijn om het gewoon opnieuw uit te leggen. Dus: als je een docent wilt werven, ga je uit van de behoeften van een docent. Je beschrijft wat je als school biedt.

              Ik geef een voorbeeld, dat helpt vaak goed: ‘Beste docent, wij zijn een financieel gezonde school omdat wij de afgelopen jaren geen fratsen hebben uitgehaald. De lijnen zijn hier kort. Het geld gaat naar jou en je collega’s, niet naar een stafbureau. We hoeven niet te ­beknibbelen op je lesuren of je opslagfactor.

              ‘De organisatie staat stevig op de poten met gemotiveerd en kundig onderwijs ondersteunend personeel. Jij werkt dus in een schoon schoolgebouw. Er is geen gedoe met weigerende digiborden of onrust op de gangen tijdens de lessen. Als schoolleiding voeren we een stevig beleid voor de broodnodige disciplinering van de hedendaagse leerlingen. Hier geen grote bekken of hinderlijke mobieltjes in het lokaal die jou kunnen filmen. Ook voor jou is de school een veilige omgeving. Omdat we enkele onderwijshypes hebben durven overslaan, kunnen we jou én je leerlingen een goed en stabiel lesrooster bieden.

              ‘Beste docent, kom je bij ons les­geven? We vragen van jou dat je je vak verstaat, van jongeren houdt, verstandig omgaat met allerlei puberaal ­gedrag en dat je in de drukke weken van het schooljaar doorwerkt tot het werk af is.’

              Zorgelijk
              Maar goed, alle gekheid op een stokje. Zorgelijk is het. Als de vijftig wiskundevacatures van deze week vervuld zijn, dan hebben volgende maand vijftig ­andere scholen een vacature. Ik benijd schooldirecties niet. Ze zijn schuldeloos verzeild geraakt in een tweefrontenoorlog: de slag om de leerling en om de vakdocent.

              Er is maar één weg terug, tegen de tijdgeest in, weg van de overspannen verwachtingen. Het budget voor het onderwijs is niet groot genoeg voor maatwerk en veel franje. Punt. Het budget voor onderwijs is prima geschikt voor een eenvoudige school­organisatie met af en toe een leuke excursie.

              Beste ouder en leerling, als je koos voor een school waar het fijn werken is voor docenten, hoef jij niet bang te zijn voor gaten op je lesrooster in september.

              https://www.trouw.nl/opinie/ik-benijd-schooldirecties-niet-schuldeloos-zijn-ze-verzeild-geraakt-in-een-tweefrontenoorlog-a6d7c705/?fbclid=IwAR2nNmTwLjsP6ZDaRHjOtsRtQM2PtzXqQDzOAw4emY4JwZVTxs2G-VCS57I

              • Ossu replied to this.

                janneke141 Geldt dat specifiek voor het onderwijs? In andere sectoren zien vacatures er volgens mij vergelijkbaar uit. Veel wensen en eisen, en onder het kopje "Wij bieden" alleen een marktconform of cao-conform salaris.

                  Ossu Ja, in de logistiek, de detailhandel en de schoonmaak is het niet anders. Verschil is alleen dat daar genoeg mensen voor beschikbaar zijn, terwijl er in het in het vak van leraar, waar een bevoegdheid nu eenmaal verplicht is, een aantoonbaar tekort is.

                  De horeca is wel een sector die bij me opkomt die dezelfde denkfout maakt. Aan gediplomeerd personeel (wat daar natuurlijk geen verplichting is, maar vooruit) is eveneens een tekort, en toch denkt het gemiddelde restaurant nog steeds dat ze mensen gaan krijgen als ze die een zestigurige werkweek bij nacht en ontij aanbieden tegen het minimumloon. Zo werkt het natuurlijk niet.

                  Naar aanleiding van een item bij M over mensen uit het bedrijfsleven die het onderwijs ingaan en zelf ff in een sociale bui verzeild geraakt ('laat ik iets goeds doen voor de samenleving'), dacht ik 'wat als ik wiskunde-docent word?'. Ik begon al te googlen en wat bleek! De school 100 meter van me vandaan heeft dus een vacature voor wiskundedocent.

                  Ik heb een technische studie gedaan (vind wiskunde ook leuk), verder totaal geen pedagogische shizzle mee gekregen en weet ook niet of ik die blagen onder controle kan houden, maar denk dat het me wel lukt.

                  Anyway, hoe kansrijk zou het zijn als je gaat solliciteren voor die functie of moet je nog een of andere opleiding volgen?

                  Zo heel serieus ben ik ook weer niet, mijn huidige functie is nu ook heel leuk, maar ik ben wel benieuwd naar het een en ander 🙂.

                    Falco Janneke kan je er vast meer over vertellen maar je mag niet zomaar onbevoegd voor de klas staan. Er zijn volgens mij wel veel mogelijkheden om je bij te scholen als je overstapt naar het onderwijs.

                    Wel tof van je, Falco. 🙂

                    Falco Om les te geven in het voortgezet onderwijs of op het mbo is een bevoegdheid verplicht. Op het hbo of op de universiteit is dat anders. Je kunt een paar jaar (3) onder een soort van dispensatie werken. Echter: de flexwet zorgt dat je maximaal 2 jaar tijdelijk op een school kan werken, en je krijgt onbevoegd natuurlijk nooit een vaste aanstelling.

                    Als je je wil laten omscholen tot leraar (of zorgmedewerker) hoef je geen instellingscollegegeld te betalen, maar het 'reguliere' tarief. Ga, in deeltijd, uit van 3 jaar. In die tijd kan een school je in principe wel aannemen, en gezien het tekort aan wiskundigen is de kans dát je wordt aangenomen terwijl je bezig bent aan je opleiding best groot. Zo ben ik er zelf ook ingerold.

                    In de ideale situatie doe je het eerste jaar van de opleiding naast het werk dat je nu doet, en ga je vanaf jaar 2 voor de klas staan, want dan kun je al je stage-activiteiten gewoon betaald doen.

                    Protip: voordat je er serieus werk van gaat maken, een keer een dagje meelopen.

                    Rudmer Heerema stelt Kamervragen over het lerarentekort in Brabant. Zeldzaam simplistisch weer:

                    Vragen van de leden Rudmer Heerema en Wiersma (beiden VVD) aan de
                    Ministers voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media en van Sociale Zaken
                    en Werkgelegenheid over het bericht »Lerarentekort? In Brabant zitten 300
                    basisschoolleraren in de WW» (ingezonden 25 april 2019).
                    Vraag 1
                    Bent u bekend met het bericht «Lerarentekort? In Brabant zitten 300 basisschoolleraren in de WW» van dinsdag 16 april 2019?1
                    Vraag 2
                    Deelt u de mening dat het onbestaanbaar is dat er in alleen al Brabant
                    honderden leraren in de WW zitten, terwijl er tegelijkertijd een lerarentekort is
                    en duizenden kinderen geen leraar voor de klas hebben? Hoe verklaart u deze
                    mismatch?
                    Vraag 3
                    Deelt u de mening dat wanneer iemand geschikt is om te werken en er zijn in
                    ruime mate vacatures voorhanden dat zowel UWV, werkzoekende als
                    potentiele werkgevers in de omgeving er alles aan moeten doen om werk te
                    vinden. Deelt u de mening dat dit nu onvoldoende gebeurt? Hoe gaat u
                    ervoor zorgen dat vraag- en aanbod hier bij elkaar gaat komen, en bent u
                    bereid tot concrete match-afspraken te komen?
                    Vraag 4
                    Kunt u aangeven hoe deze mismatch in andere provincies is? Kunt u een
                    overzicht per provincie geven over het aantal gediplomeerde docenten
                    basisonderwijs die van de WW gebruik maken en hoeveel vacatures er in de
                    betreffende provincie zijn? Op welke manier bieden we nu ondersteuning aan
                    werkzoekende docenten in de regio? Wat is uw verklaring voor het feit dat
                    deze ondersteuning blijkbaar niet afdoende is?
                    Vraag 5
                    Bent u bereid om te kijken naar een inspanningsverplichting voor het UWV
                    om het bestaande aanbod van werkeloze gediplomeerde docenten basisonderwijs te matchen aan het aanbod passende vacatures? Waarom heeft het
                    UWV een dergelijke inspanningsverplichting nu niet? Bent u bereid ook uit te
                    zoeken hoe op die manier gediplomeerde docenten basisonderwijs beter
                    kunnen worden geholpen dan wel worden geprikkeld om openstaande
                    vacatures in te vullen?