Verrassing! Curriculum.nu gaat door. Nou ja, in ‘afgeslankte’ vorm. Drastisch afgeslankt, blijkt uit een brief die minister Arie Slob onlangs naar de Tweede Kamer stuurde. Op hongerdieet gezet, opdat er slechts een schim van overblijft. Helemaal afschaffen, dat zou akelig gezichtsverlies betekenen, en veel weggegooid geld.
Leraren zijn niet langer in the lead bij dit project. Slob wil hen niet meer belasten omdat ze het al zo druk hebben, met dat gedoe rond corona – dat gebruikt hij als excuus. Schoolbestuurders zijn nog evenmin in the lead. Ik zie de ‘coördinatiegroep’ die zichzelf als ‘opdrachtgevers’ beschouwde – vertegenwoordigers van de PO- en VO-raad, de vakbonden en het LAKS – nergens terug in Slobs brief. Het was ook wel erg onlogisch dat zij gingen bepalen wat kinderen voortaan moeten leren, terwijl dat wettelijk aan de overheid is.
Curricululum.nu – ter opfrissing voor wie zich afvraagt waarover dit allemaal gaat –, dat was dat megalomane, geldverslindende project, voortgekomen uit de ideeëntrommel #onderwijs2032, waarbij heel Nederland mocht meedenken over toekomstbestendig onderwijs, over een nagelnieuw, blij makend curriculum voor basis- en voortgezet onderwijs. Van al die meedenkers bleven er uiteindelijk 150 over, die grote hoeveelheden wollige tekst produceerden.
Behalve zijzelf bleek vrijwel niemand blij. Wetenschappers vonden veel voorstellen niet verantwoord, vakdocenten zagen weinig van hun vak terug, velen vreesden wéér een opgelegde, tijdrovende en tot mislukken gedoemde vernieuwing. De Tweede Kamer had, tijdens het debat erover op 5 maart, scherpe kritiek. Kamerleden Van Meenen (D66), Rog (CDA) en Kwint (SP) vroegen zich terecht af voor welk probleem curriculum.nu de oplossing was.
In ons basis- en voortgezet onderwijs zijn drie kolossale, beschamende problemen. Onze leerlingen leren steeds minder, wat terug te zien is in internationale Pisa-ranglijsten en het massaal niet halen van ‘streefniveaus’. De tweede schandvlek is de grote kansenongelijkheid tussen leerlingen. Dan is er nog, samenhangend met de eerste twee, het bedroevende niveau van leesvaardigheid: een kwart van de pubers is semi-analfabeet. Voor deze problemen, waar alle inspanning nu op gericht moet zijn, biedt curriculum.nu tot op heden geen zweem van een oplossing.
Slob bond in. Hij nam de kritiek van de Kamer ter harte. Hij luisterde naar Jan Jimkes. Deze oud-conrector, effectief ‘klokkenluider’ bij de commissie-Dijsselbloem en altijd alert op een nieuw onderwijsdrama, schreef een notitie waarin hij voorstelt vakdeskundigen en curriculumdeskundigen in the lead te zetten; mensen die, vrij van ideologie, verstand hebben van hun vak en weten hoe je dat in leerdoelen omzet – niet zo’n heel gek idee, maar Slob en de ‘coördinatiegroep’ waren er niet opgekomen.
Slob nam vrijwel alle aanbevelingen van de Kamerleden en Jimkes braaf over. Er komt een wetenschappelijke commissie die de plannen beoordeelt, een commissie die doorgaat met het nieuwe curriculum en daarna een permanente curriculumcommissie die de boel in de gaten houdt. Minpuntje is dat Slob de uitwerking uitbesteedt aan één vertrouwde winkel, de SLO, die daarmee veel macht krijgt.
Hopelijk slagen Slobs nieuwe commissies er wel in om de vakinhoud op peil te houden en te zorgen dat we kinderen zo veel mogelijk leren. Dat kennis weer voorop staat en niet vage, brede, sociaal-emotionele en ‘vakoverstijgende’ vaardigheden is al pure winst. Of dit gaat helpen om de drie grote problemen te verhelpen is nog de vraag. Laten we dit slanke clubje het voordeel van de twijfel geven.