Een goed gefinancierd en uitgevoerd wetenschapsbeleid is heel belangrijk voor de robuustheid en het welzijn van een samenleving. Israël en Zuid-Korea, niet bepaald frivole landen, besteden relatief het meeste aan wetenschap in de wereld en twee keer zo veel als Nederland. Dit geld moet echter ook goed besteed worden, en precies daarin was Nederland de afgelopen 30 jaar een expert. Met behulp van kwalitatieve en meetbare criteria werd het geld vooral gegeven aan de kwalitatief meest productieve wetenschappers. Nederland behoort tot de top vijf van wereld en diende als voorbeeld voor het opzetten van de prestigieuze ERC-competitie voor wetenschappers in Europa.
De laatste jaren is het beleidsroer echter compleet omgegaan. Aan de hand van het Erkennen en Waarderen-programma is bij NWO het ene na het andere meetbare criterium uit het CV verwijderd. Vaak speelt het CV helemaal geen rol meer bij beslissingen over financiering door NWO. Bij Starters- en Stimuleringsbeurzen wordt honderden miljoenen euro per jaar aan onderzoeksgeld verdeeld over wetenschappers in een de facto loterij, niet op basis van onderzoekskwaliteiten.
De verdeling van dat geld over vakgebieden is gebaseerd op studentenaantallen, dus niet op aantallen onderzoekers of de relevantie van bepaald onderzoek voor Nederland. Het uithollen van selectiecriteria en financiering raakt de bèta en medische wetenschappen hard. Door de ondermaatse financiering van deze belangrijke onderzoeksgebieden dreigt Nederland internationaal de aansluiting te verliezen, met alle gevolgen voor onze economische positie en welvaart van dien.
Onbewezen
Een van de principes van goed bestuur is het leren van ‘best practices’; wat werkt, behoud je. Het Nederlandse wetenschapsbeleid was tientallen jaren in vele opzichten een mega best practice. Met een matig wetenschapsbudget draait Nederland mee aan de top van de wereld, bijvoorbeeld op citaties per wetenschapper, de beste (of tenminste minst slechte) indicator van wetenschappelijke impact. Dergelijke indicatoren verhouden zich zeer goed tot nut voor de maatschappij, bijvoorbeeld uitgedrukt in aantallen patenten.
Als je vindt dat dit beleid tekortkomingen heeft, ga je op kleine schaal, steeds lerend van fouten, aanpassingen maken en kijken of die werken. Dat is echter niet wat er gebeurde. Het oude beleid werd en wordt drastisch omgegooid naar een systeem waarbij wetenschappers meer gelijke financiering krijgen. Geleverde output van een wetenschapper (veruit de beste voorspeller van toekomstig succes) wordt minder belangrijk voor fondsenwerving en carrière. De consequentie is dat top-productieve onderzoekers minder geld krijgen, wat tot de logische voorspelling leidt dat er minder geproduceerd zal worden. Dat productiviteit minder dominant is, schept ook ruimte voor de wensen van bestuurders qua onderwerp en uitvoering van het onderzoek.
Wat je ook van dit nieuwe systeem vindt, er is geen bewijs dat het zal werken. Dat de nieuwe strategie haaks staat op de zeer succesvolle oude strategie, zou een grote bron van zorg moeten zijn: het gaat in tegen dat best practices-principe van goed bestuur. De oude strategie was trouwens een reactie op de strategie uit de jaren ’80, toen nauwelijks naar output werd gekeken en de Nederlandse wetenschap uitblonk in nepotisme en lage productiviteit.
Onbesproken
Een dergelijke drastische wijziging van beleid moet natuurlijk in overleg met de werkvloer, namelijk de wetenschappers, worden ondernomen. Ook de politiek moet daarin een stem krijgen, aangezien er vele miljarden belastinggeld mee gemoeid zijn en het belang ervan voor Nederland groot is. Ook dit is een principe van goed bestuur. Dit is echter wederom niet wat er gebeurde. De nieuwe strategie werd en wordt uitgedacht en uitgevoerd door universiteitsbestuurders en bestuurders van NWO. Protesten van vele bèta-wetenschappers via brieven, een KNAW-ledenvergadering en een enquête van ScienceGuide halen niets uit. Geen van de maatregelen is teruggedraaid of aangepast.
Integendeel, het beleid wordt steeds radicaler. Een voorbeeld is het ‘Equity through innovation’-programma van NWO, waar financieringsquota op etnische gronden worden onderzocht en lijken te worden ingevoerd in 2025. De nieuwe strategie kreeg kritiek van rechtse partijen zoals de VVD en het CDA. De VVD en het CDA zijn onderdeel van een regering die meer dan een miljard euro per jaar extra investeert, de grootste nieuwe investering in wetenschap en hoger onderwijs in decennia. Dat bood een gouden kans om rechtse partijen structureel meer bij wetenschap te betrekken, maar deze kans werd gemist. Kritiek en suggesties van beide partijen op de nieuwe strategie, vaak in overeenstemming met suggesties van bèta wetenschappers, werden genegeerd door bestuurders en de minister.
Zoals eerder gezegd werd de strategie nooit vanwege kritiek aangepast. Een breed aangenomen motie in de Tweede Kamer, die oproept tot overleg met kritische wetenschappers, wordt genegeerd door bestuurders en minister. Dit gebrek aan inclusiviteit naar wetenschappers en politici kan ons nog opbreken in de onderhandelingen met een nieuw rechts kabinet.
Onverstandig
Komt de bovenstaande situatie u bekend voor? Inderdaad, zo ging het ook bij het lager en voortgezet onderwijs (LO/VO). Nederland had ooit PISA-scores die net onder de wereldtop lagen. De minister en de Tweede Kamer besteedden het LO/VO echter uit aan de onderwijskoepels, waarna met onbewezen ideeën van ‘onderwijsdeskundigen’ een goed functionerend onderwijssysteem kapot werd gemaakt. De recente PISA-scores zouden een nationale schaamte voor een rijk land als Nederland moeten zijn. Het ministerie van OCW en Tweede Kamer staan nu machteloos: ondanks de zeer slechte resultaten lijken zij geen mogelijkheid te hebben om de regie terug te nemen van de onderwijskoepels. Intussen is het zeer de vraag of bij de onderwijskoepels nu het besef indaalt dat het echt anders moet.
Wetenschap wordt door politici soms gezien als luxe, iets wat je erbij doet. Dat is het niet. Het is de intellectuele en technologische bron van een land. Dat maakt het Chefsache. Het is de taak van wetenschapsbestuurders om beleid te voeren dat werkt, breed gedragen wordt onder wetenschappers en aansprekend is voor politici van meerdere politieke kleuren. Dit geeft de beste kans op een wetenschapsbeleid dat op de lange termijn succesvol en financieel gezond is.
https://www.scienceguide.nl/2024/01/nieuw-beleid-voor-wetenschap-is-onbewezen-onbesproken-en-riskant-voor-nederland/