Wat jij beschrijft is een dilemma. Dat mensenrechten soms met elkaar in tegenspraak zijn is onvermijdelijk.
Uit het artikel haal ik dat de diplomaat vindt dat we het gesprek aan zouden moeten met mensen die vinden dat het wel wat minder kan met de rechten van minderheden omdat zij van mening zijn dat hun rechten niet voldoende beschermd worden. Door dat gesprek aan te gaan legitimeer je het idee dat mensenrechten voor de één altijd consequenties voor de mensenrechten van een ander moeten hebben. Dat is niet zo, dilemma's daargelaten. Daarom laten we technici en experts los op dit onderwerp, juist omdat ieders rechten niet in juiste handen zijn als je het in de politieke arena gaat beslechten. Politiek is meer een zaak van emotie dan van ratio. Mensenrechten horen daar niet thuis.
Het betoog in de NRC is een typisch voorbeeld van de valkuil van de intellectueel die 'neerdaalt' naar de modale mens. "Goh, deze mensen hebben een mening tegenstrijdig aan de mijne. Ik wil mij van mijn beste kant laten zien, dus we moeten naar deze mensen luisteren.". We hebben de afgelopen 10 jaar naar deze mensen geluisterd en het enige wat er uit komt is dat de rechten van mensen met een ander kleurtje of een andere afwijkende sekse wel wat minder mogen en dat de wetenschappelijke feiten ontkend worden.
Voordat mij wordt aangewreven dat ik elitair ben: ik heb geen enkel probleem met mensen die een mening hebben. Maar wanneer die mening behelst dat minderheidsgroepen minder rechten zouden moeten hebben dan dat nu het geval is, dan moeten we die mening niet serieus nemen. Iedereen heeft het recht om over zichzelf te beschikken, maar laten we de mogelijkheden om over de rechten van anderen beschikken alsjeblieft weghouden uit het publieke domein. De experts hebben de afgelopen jaren een acceptabele consensus bereikt en ik zie echt niet in waarom er aan die stoelpoten gezaagd moet worden in het kader van 'democratisering'.