Zo, ter ere van @Dwersdriever heeft het de koning behaagd om een "Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050" in te stellen. Een door het kabinet aangestelde commissie om hen te adviseren over de uitdagingen die de verwachte vergrijzing en migratie de komende dertig jaar met zich meebrengen.
Of, in andere woorden: Minister Van Gennip (SZW) informeert de Tweede Kamer hoe het kabinet met toekomstige maatschappelijke uitdagingen als gevolg van de demografische ontwikkelingen wil omgaan.
bron: https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2022/07/08/benoemingen-staatscommissie-demografische-ontwikkelingen
In de woorden van Van Gennip (in haar kamerbrief):
In 2050 is het aantal ouderen in de Nederlandse bevolking toegenomen door een
dubbele vergrijzing4, is het aandeel van de bevolking in de werkzame leeftijden
afgenomen en het aandeel van de bevolking met een migratieachtergrond
gestegen. Deze door het NIDI en CBS vastgestelde ontwikkelingen vormden de
achtergrond van een interdepartementale inventarisatie van de huidige en
toekomstige beleidsinhoudelijke opgaven. De inventarisatie onderstreept dat
verreweg de meeste opgaven – en daarmee ook de (eventuele) beleidsingrepen -
niet los van elkaar kunnen worden gezien. De gevolgen van bijvoorbeeld
arbeidsmarktkrapte zijn nu al merkbaar in onder andere de zorg en het onderwijs
vanwege een nauwelijks stijgend arbeidsaanbod, een toenemende arbeidsvraag
(ook door economische groei) en beperkte dynamiek op de arbeidsmarkt5.
En de komende dubbele vergrijzing zorgt ook op de langere termijn voor druk op
de arbeidsmarkt: veel ouderen verlaten immers de arbeidsmarkt en de
(ouderen)zorgvraag zal toenemen. Een ander gevolg is de groei van het aantal
eenpersoonshuishoudens, mede doordat ouderen langer zelfstandig wonen (ook
nadat een partner is overleden), hetgeen consequenties heeft voor de
woonbehoefte.
De demografische factoren zijn niet allesbepalend: beleid kan hier invloed op
uitoefenen. Daarbij hoeft niet uitsluitend gedacht te worden aan het beïnvloeden
van de factoren die de demografie bepalen, zoals beleid dat de omvang en
samenstelling van de migratie, het geboortecijfer of sterfte (of levensverwachting)
beïnvloedt, maar ook aan de beïnvloeding van andere relevante factoren, zoals
gedragsveranderingen. Een voorbeeld is de bevordering van de
arbeidsmarktparticipatie of het bevorderen van een gezonde leefstijl. Als
bijvoorbeeld ouderen langer doorwerken en de arbeidsparticipatie onder vrouwen
toeneemt (zowel voor wat betreft het aantal vrouwen dat werkt, als het aantal
uren dat zij werken) en de arbeidsparticipatie van delen van de bevolking met een
migratieachtergrond toeneemt, kan dit volgens het NIDI en het CBS resulteren in
een stijging van het aandeel van de beroepsbevolking in de totale bevolking.
Als je de hele brief wil lezen:
https://open.overheid.nl/repository/ronl-6cfcfe3fc6851c5bece1f7f4b4d65bb3d4276394/1/pdf/kamerbrief-verkenning-bevolking-2050-voortgang-uitvoering-moties.pdf
Beter te laat dan helemaal niet, gaan we dus weer op hoog niveau nadenken over de hoeveelheid mensen per vierkante kilometer en de mogelijke mogelijkheden om daar enig invloed op uit te oefenen.
Gezien de in het verleden (en heden) behaalde resultaten van onze geliefde regering verwacht ik er verder niet veel van, misschien een aanbeveling tot het doen van nieuwe commissie, een bemiddelaar of een beroep op eigen verantwoordelijkheid dan wel de vrije markt. Maar toch.