janneke141 De eerste is zuiver principieel. Een aantal vrijheden horen wat mij betreft zo absoluut te zijn als maar enigszins mogelijk - zeker wanneer ze niet tot schade voor anderen leiden. En een vereniging van mensen, of ideeën van mensen, leiden niet tot schade - dat gebeurt pas als het een vervolg krijgt. Dat ik tegen een verbod op een pedofielenvereniging op zich ben, betekent natuurlijk nog niet dat je het faciliteren of verspreiden van kinderporno door de leden ervan zou moeten toestaan. In die zin zie ik het bestaan van een politieke partij, hoe verderfelijk we de ideeën ervan ook mogen vinden, niet als een probleem.
Het heeft wat paradoxaals, maar juist voor de bescherming van de democratie in brede zin, en dus voor het waarborgen van de bijbehorende vrijheden voor eenieder, moet je die vrijheid in dit geval dus "inperken".
In die zin dien je de discussie omtrent partijverboden voor politieke partijen ook te onderscheiden van die van andere verboden verenigingen. Bij vereniging Martijn ging het om het beschermen van de lichamelijke en seksuele integriteit van kinderen, bij de Hells Angels om een "gewelddadige cultuur", en die elementen werden dan in het jasje van "strijd met de openbare orde" gestoken. Bij een verbod voor politieke partijen gaat het niet zozeer om strijd met de openbare orde, maar om het beschermen van de democratische rechtsstaat. Met name voor geweldloze verenigingen (die zich dus niet schuldig maken aan strafbare handelingen) is dat een interessant vraagstuk.
Je zegt:
een vereniging van mensen, of ideeën van mensen, leiden niet tot schade - dat gebeurt pas als het een vervolg krijgt.
Wanneer het gaat om een anti-democratisch streven is dat gevolg dus het afschaffen van de democratie. En dat is op zich niet strafbaar: de partij kan een absolute meerderheid behalen, en - zoals ik in mijn eerdere post als voorbeeld stelde - een wet invoeren die maakt dat parlementsleden door de minister-president worden benoemd. De dood van de democratie is dan het gevolg. Zoals eerder uiteengezet is dat besluit niet via geweldloze wegen omkeerbaar wanneer de bevolking tot andere inzichten komt. En de mogelijkheid daartoe is nu juist wat de democratie zo belangrijk maakt.
janneke141 De tweede is dat je een grens moet gaan stellen aan wat je wel en niet acceptabele standpunten voor een politieke partij vindt. Dat zal in de praktijk altijd door het zittende bewind gebeuren - terwijl politieke partijen zo'n beetje per definitie standpunten zullen hebben die strijdig zijn met de huidige wetgeving. Daar zijn ze namelijk politieke partij voor geworden.
Het enige standpunt dat niet mag worden ingenomen is het enige standpunt dat onomkeerbaar is, namelijk het afschaffen van de democratie. We hebben een vrij helder beeld van wat een (formele) democratie inhoudt: we hebben periodieke verkiezingen om beleidsmakers te kiezen, waarbij daadwerkelijk wat te kiezen moet zijn (dus een pluriform aanbod alternatieven en een daadwerkelijke oppositie), en waarbij mensen vrij moeten zijn om het beleid te bekritiseren en te onderzoeken (dus vrijheid van meningsuiting), etc. Als zittende wetgevende macht kun je daar niet bijster veel aan sleutelen om je politieke tegenstanders buiten de arena te houden: dat zou juist een grond zijn om de zittende partijen te ontbinden.
En het initiatief voor een dergelijke procedure zou ook zo apolitiek mogelijk moeten worden gehouden, althans op enige afstand van de politiek. Momenteel wordt het initiatief voor het verbieden van rechtspersonen genomen door het OM. Dat ligt al op enige afstand van de politiek, maar je zou kunnen kijken hoe je meer procedurele waarborgen in kan bouwen.
janneke141 En de derde is dat ik het democratisch afschaffen van de democratie als een hypothetisch probleem zie. Een twee-derde meerderheid om de B.V. Nederland te laten leiden door een dictatuur zie ik er gewoon niet komen.
Beter om die regeling te hebben en hem niet nodig te hebben, dan hem wel nodig te hebben en niet te hebben. Ik ben ook bang dat dergelijke ontwikkelingen sneller kunnen lopen dan je vooraf kunt voorzien. En juist in vredestijd dien je je voor te bereiden op de oorlog: beter nu die discussie voeren en eventueel een regeling invoeren dan wanneer het (meer) gericht is op één partij of stroming die als doelwit dient.
Ook is het een interessant vraagstuk voor ontwikkelende democratieën. Die zijn vaak nog kwetsbaar.