Frans Timmermans staat in de Volkskrant met een heel lang interview dat voor een belangrijk deel over hemzelf gaat. Hij heeft het over zeer persoonlijke kwesties en is openhartig over de pijnlijke gebeurtenissen in zijn jeugd. Dat is een keuze. Misschien wil hij dat ik als lezer ga denken: 'goh, wat erg dat hij dat allemaal heeft meegemaakt. Die arme Frans.' Dat denk ik ook, maar hij laat me niet zien dat hij de man is die in staat is om te knokken en een serieus alternatief te worden voor agressief onrechtsstatelijk rechts. Integendeel.
Opmerking van de journalist: 'Uw hoop is om als linkse beweging de grootste te worden. Maar volgens de peilingen is daar in de verste verte geen sprake van.'
Timmermans: 'Ik hoop te bereiken dat die schutting iets lager wordt, zodat kiezers die de vorige keer rechtser hebben gestemd ditmaal ook ons zien staan.’
Tsja, wanneer een leider het woord 'hoop' in de mond neemt, weet ik al dat hij de weg niet kent. Timmermans probeert medelijden op te wekken: kijk nou ook eens naar ons! Het ideale recept voor afwijzing.
Frans begrijpt niet dat je keizers hoop kunt geven door iets te zeggen dat waar ze zich aan vast kunnen houden, dat perspectief biedt en dat laat zien dat je strijdbaar bent. Dat je ideeën hebt over hoe jouw partij de enorme vraagstukken van deze tijd gaat beantwoorden. Maar hij neemt dat woord 'hoop' in de mond en heeft vervolgens bijna niets inhoudelijks te melden.
De journalist stelt vast dat Timmermans een goede spreker is.
Vraag van de journalist: 'Als u met dat talent voor spreken nu een Obama-achtige speech zou moeten houden om links de grootste partij te maken, wat zou uw verhaal dan zijn?'
Timmermans: ‘Dat is een leuke uitdaging, want daar denk ik normaal gesproken wat langer over na dan een paar seconden.’
Ik: Frans, je bent geen snelle denker en waarom heb je dat antwoord niet klaarliggen?
Na een korte stilte zegt Timmermans: ‘De belangrijkste boodschap is: wat heb ik nog voor een ander over? Hoe belangrijk vind ik het dat het met jou goed gaat?'
De tranen schieten in mijn ogen.
Vraag van de journalist: 'Twijfelt u weleens over of u de aangewezen persoon bent om deze boodschap over het voetlicht te krijgen?'
Timmermans: ‘Daar moet ik even over nadenken.'
Beste Frans, als je goed bent voorbereid, heb je daar al lang over nagedacht.
Zo gaat het dus niks worden met Timmermans en de partij die hij leidt.