'Politieke afbreukrisico's' speelden rol bij afwijzen evacuatievlucht Afghanen
Nederland heeft eind september de kans om honderden Afghanen tegelijkertijd uit Kabul te evacueren onder meer laten schieten vanwege "politieke afbreukrisico's". Dat blijkt uit de besluitenlijst van een overleg tussen verschillende ministeries die de NOS in handen heeft gekregen na een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (WOB).
De Pakistaanse luchtvaartmaatschappij PIA bood Nederland eind september, ruim een maand na de val van Kabul, een chartervlucht aan voor evacués, waardoor in één keer ruim 300 mensen het land hadden kunnen verlaten. Dat zou gaan om Nederlanders en om Afghanen die in het verleden voor Nederland hebben gewerkt.
De NOS berichtte al eerder dat Nederland dat aanbod afsloeg, maar toen werd niet volledig duidelijk waarom.
Uit een document dat gisteren na aandringen alsnog werd vrijgegeven door het ministerie van Buitenlandse Zaken blijkt dat daar twee redenen voor waren. In één keer zoveel mensen uit Afghanistan evacueren, zou leiden tot problemen op de ambassade in de Pakistaanse hoofdstad Islamabad, die de mensen op zou vangen. Ook zouden er "financiële en politieke afbreukrisico's" ontstaan.
Vanmiddag debatteert de Tweede Kamer over de evacuatie van de Afghanen. Uit een Kamerbrief die gisteren werd verstuurd blijkt dat sinds de val van Kabul ruim 3100 mensen uit Afghanistan zijn geëvacueerd. Dat gaat ook om mensen met een Nederlands paspoort. Er zouden nog zo'n 1200 mensen in Afghanistan zitten die in aanmerking komen voor evacuatie.
Wie er politieke afbreukrisico's liep, of anders gezegd in de politieke problemen kon komen, en waarom ambtenaren deze inschatting maakten wordt in het document niet duidelijk. De verantwoordelijke ministers waren op dat moment Ben Knapen van het CDA en Henk Kamp van de VVD, Ankie Broekers-Knol (VVD) was erbij betrokken als staatssecretaris.
Uit eerder vrijgegeven WOB-documenten bleek dat ambtenaren ook twijfels hadden over het boeken van een volledige vlucht, omdat de opvang in Nederland overvol zat. In het uiteindelijk bepalende overleg was dat argument niet doorslaggevend, blijkt nu. Er zou wel later op politiek niveau over worden doorgepraat.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft tot nu toe altijd volgehouden dat het aanbod van PIA werd afgeslagen omwille van de veiligheid van de betrokkenen. Daarover staat echter niets in het document dat nu is vrijgegeven. Een woordvoerder van het ministerie noemt dat "ongelukkig", maar blijft erbij dat veiligheid wel degelijk de belangrijkste reden was om de vlucht bij PIA niet te boeken.
De woorden komen uit een besluitenlijst van een overleg tussen onder meer het ministerie van Buitenlandse Zaken, het ministerie van Defensie en de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Dat vond plaats op 30 september vorig jaar, een kleine twee weken nadat Sigrid Kaag (D66) was opgestapt als minister van Buitenlandse Zaken, waarna ook Ank Bijleveld (CDA) opstapte als minister van Defensie.
Kamermeerderheid wilde haast maken
Een ruime Kamermeerderheid wilde eind september juist haast maken en zo veel mogelijk mensen, zo snel mogelijk evacueren. De situatie in Afghanistan werd als zeer gevaarlijk ingeschat voor de mensen die na de machtsovername door de Taliban waren achtergebleven.
De ambtenaren besloten echter om kleine groepjes van zo'n 10 tot 20 mensen uit Afghanistan te evacueren op overgebleven stoelen in door andere partijen gecharterde vliegtuigen. Het duurde daardoor maanden voordat Afghanen met een paspoort die daarvoor in aanmerking kwamen, ook daadwerkelijk weg waren uit Kabul.
De financiële risico's worden in het document wel verder beschreven. Ambtenaren vreesden dat Afghanen die uitgenodigd waren voor de vlucht, niet zouden komen opdagen, waardoor het geld voor niets zou zijn uitgegeven. Die risico's waren wel beperkt: de totale vlucht kostte naar verluidt zo'n 450.000 dollar.
De NOS deed eind vorig jaar een WOB-verzoek naar evacuatievluchten van Pakistan International Airways. Half februari kwamen de documenten, maar het nu vrijgegeven document ontbrak. Uit de andere documenten was op te maken dat er op 30 september een overleg tussen verschillende ministeries had plaatsgevonden, maar het ministerie ontkende dat daarvan een verslag was gemaakt. Na aandringen bleek dat verslag er wel degelijk te zijn.