Molurus Dat begrijp ik. Ik kan ook niet weten of God bestaat. Het is echter zeer onaannemelijk dat er een God zou bestaan. Het agnostische deel van mijn argument is zo goed als verwaarloosbaar, waarom zou ik de minuscule kans dat God wel bestaat als een wezenlijk onderdeel van mijn levensfilosofie moeten beschouwen en daarom moeten benoemen?
Wat ik bedoel met vervuiling van het begrip agnosticisme in de religieuze zin: als mensen zeggen dat ze agnost zijn omdat ze niet zeker zijn dat God niet bestaat dan gaat dat dus voorbij aan alle feiten die het zeer onaannemelijk maken dat God bestaat. Het is, zoals gezegd, de 0.01% kans dat hij wel bestaat voor 50% aannemen en daar je levensfilosofie op baseren. Het is hetzelfde als op een zonovergoten dag altijd naar buiten gaan met een paraplu omdat je niet onomstotelijk aan kunt tonen dat het echt niet gaat regenen die dag.
Dus de twee zijn technisch gezien niet tegenstrijdig, maar ik zie echt niet in waarom ze in één adem genoemd zouden moeten worden.