Aan het eind van het partijcongres in Beijing afgelopen week blikt China vijf jaar vooruit. De belangrijkste stappen: een oorlogsklaar leger, economie gesloten en open tegelijkertijd, vergroening, technologisch onafhankelijkheid en nog meer macht voor president Xi.
2020, 17:57
De enorme zonne-energiecentrale in de Chinese stad Dunhuang (noord-west China, provincie Gansu). 12.000 zonnepanelen weerkaatsen het licht van de zon op een indrukwekkend hoge toren, die de hitte omzet in elektriciteit.Beeld AFP
Een land dat zelfverzekerd en ambitieus is, maar zich steeds gereserveerder opstelt tegenover het buitenland. Dat beeld van China komt naar voren uit de eerste (summiere) mededelingen over het nieuwe vijfjarenplan, die donderdag en vrijdag werden gedaan. Dat vijfjarenplan geldt als de handleiding van het Chinese beleid van de komende vijf jaar, in dit geval zelfs vijftien jaar, aangezien het als de eerste stap van een drietrapsraket naar 2035 wordt gezien. Beijing lijkt zich erop voor te bereiden dat de verhoudingen met de rest van de wereld in die periode ingrijpend zullen veranderen.
Dit worden de komende vijf jaar de pijlers van het Chinese beleid:
1 Almachtige Xi
Zo vaak klonk op de persconferentie de naam van president Xi, dat je bijna de indruk kreeg dat hij het vijfjarenplan eigenhandig had geschreven. Secretaris-generaal Xi (zoals hij in China beter bekend is) legde op diverse werkbezoeken zijn oor bij het volk te luisteren, zo klonk het. Hij zette de strategische plannen uit, zat alle belangrijke vergaderingen voor, keek persoonlijk de laatste versies na. ‘Met Xi Jinping die de weg toont, kan het schip van het socialisme met Chinese karakteristieken de wind en de golven trotseren’, aldus partij-ideoloog Jiang Jinquan.
Die vele loftuitingen wijzen erop dat Xi, die in 2018 de limieten van zijn presidentiële termijn afschafte, stevig in het zadel zit en niet van plan is plaats te maken voor een opvolger. Volgens kenners is de vraag niet óf Xi na 2022 aanblijft, maar hoe lang: vijf, tien of zelfs vijftien jaar, tot het symbolische jaartal 2035? Waarschijnlijk laat Xi zich in 2022 ook tot partijvoorzitter verheffen, een titel die tot nog toe voorbehouden was voor Mao Zedong. Het toont aan dat Xi een enorme macht heeft verworven.
Maar in tegenstelling tot Mao, die het puur om macht was te doen, lijkt Xi zijn positie vooral te willen gebruiken om zijn visie van een Chinese heropstanding uit te voeren. Hij wil van China tegen 2035 een welvarende en hoogtechnologische grootmacht hebben gemaakt, en wil dat zijn instructies daarvoor tot op de letter en tot op het laagste niveau worden uitgevoerd. Tot nu toe levert zijn aanpak resultaten op, wat Xi aanmoedigt tot nog meer machtsconcentratie en controle.
2 Technologische zelfredzaamheid
Technologische innovatie stond ook in het vorige vijfjarenplan, maar dit keer zal er volgens minister van Wetenschappen en Technologie Wang Zhigang een heel hoofdstuk aan gewijd zijn. Nu de VS de opkomst van China proberen te vertragen en barrières opwerpen voor de uitwisseling van technologie – van een exportverbod op chips voor Huawei tot een boycot van TikTok – is dit dé topprioriteit voor China: zo snel mogelijk technologisch zelfredzaam worden.
Hoe dat moet gebeuren, is niet duidelijk. Het besef klinkt door dat China voor zijn kerntechnologie – zoals geavanceerde chips – afhankelijk is van een steeds argwanender buitenwereld. Maar Beijing lijkt ervan overtuigd dat het nog steeds buitenlandse technologie kan aantrekken met fraaie researchbudgetten of klimaattech. In het jargon van de Communistische Partij: ‘Zelfredzaamheid en samenwerking zijn geen tegenstellingen, maar vormen een dialectische eenheid.’
3 Economie: binnenland gaat voor
Volgens Beijing is er een nieuw economisch tijdperk begonnen, een tijdperk van internationale onzekerheid en toenemend protectionisme. Voor China, dat jarenlang volop profiteerde van de globalisering, is dat een enorm risico. Het land voert daarom versneld een economische koerswijziging door: de komende jaren moet de binnenlandse markt volop ontwikkeld worden, zodat de Chinese economie veel minder afhankelijk wordt van het buitenland.
Die nieuwe economische strategie wordt ‘dubbele circulatie’ genoemd, waarbij de binnenlandse circulatie ‘de hoofdpijler’ is, maar buitenlandse en binnenlandse circulaties ‘elkaar wederzijds versterken’. De meest plausibele vertaling van dit ambigue communistische partijjargon: buitenlandse investeringen en technologie blijven welkom, zolang het China uitkomt, maar de binnenlandse productie en consumptie gaan voor.
Het vijfjarenplan bevat dit keer geen expliciet groeipercentage, al berekenden economen dat de komende vijftien jaar impliciet op 3,5 tot 4 procent groei per jaar wordt gemikt. Snelle groei moet plaatsmaken voor kwalitatieve groei, en de economie moet groener.
4 Leuke dingen voor de middenklasse
China is de afgelopen decennia als land veel rijker geworden, maar niet alle Chinezen hebben daar evenveel van geprofiteerd. De kloof tussen stads- en plattelandsbewoners is enorm, en dat zorgt voor onvrede, zeker nu de economische schade door covid-19 ongelijk is verdeeld. Beijing zet daarom in op ‘beter leven’: de middenklasse vergroten en iedereen toegang geven tot goede gezondheidszorg, kwalitatief onderwijs, cultuur, sport én betaalde vakantie.
5 Oorlogsklaar leger
China is zijn leger al jarenlang aan het uitbouwen en doet daar in dit vijfjarenplan nog een schepje bovenop. Beijing wil tegen 2027 een ‘modern leger’ – volgens analisten: gelijkwaardig aan het Amerikaanse. Één woord in het communiqué trekt veel aandacht: dat leger moet goed getraind zijn, goed uitgerust en ‘voorbereid op een oorlog’. In tijden van spanningen met India, in de Zuid-Chinese Zee en in de Straat van Taiwan geeft Beijing daarmee een nauwelijks verholen waarschuwing af.