janneke141 Daar is enige onenigheid over. Maar ik zou zeggen dat dit een situatie is waarin artikel2.25 Cwin ieder geval naar analogie toegepast moet worden. Dus dat betekent kortgezegd: zsm nieuwe begroting aanhangig maken en vooruitlopend daarop bestaand beleid doorzetten en nieuw beleid slechts terughoudend invoeren.
Nu zijn er wat tekstpuriteinen die in de (Grond)wet lezen dat het indienen van een begroting enkel op Prinsjesdag mag. Dat zou dan betekenen dat je geen onderwijsbegroting 2025 hebt en dus een gigantische comptabele onrechtmatigheid zoals dat dan heet. Levert je geheid een zogeheten ‘bezwaar’ van de Algemene Rekenkamer op. Maar het gevolg daarvan is in de praktijk ook beperkt. Ikzelf ben het met die lezing niet eens overigens, het volgt volgens mij niet uit de tekst. Maar bovenal, het kan niet zo zijn dat een verworpen begroting leidt tot totale comptabele crisis. Dat kan niet de bedoeling van de (Grond)wetgever zijn geweest.
Dat voor wat betreft het financiële deel. Wat ook nog wel een interessant is zijn de gevolgen voor de positie van de minister. Het is toch eigenlijk wel breed aanvaard dat het verwerpen van een begroting een blijk van wantrouwen in de zin van de vertrouwensregel is….