Ik was als klein jochie al gek op het geluid van gitaren met een goede bak distortion erover. Het cassettebandje van Nirvana was in de auto mijn favoriet. Thuis de cd's van Metallica.
Langzaamaan moest het steeds heftiger, lager, méér palm muted, en sneller om aan mijn distortiondosis te komen. Via Korn en Slipknot gleden we zo de extreme metal in. Zeker toen ik voor mijn 12e verjaardag een elektrische gitaar kreeg is dat allemaal snel gegaan.
En op gegeven moment kom je erachter dat het niet sneller, smeriger, agressiever, lager en harder kan. Grindcore met een gabberkick eronder, 96 kbps lo-fi blackmetal opgenomen door een psychiatrische kluizenaar in de Noorse wildernis, in dropped G gestemde brutal death metal met vocalen die klinken alsof je een badkuip vol slijm en grind leeg laat lopen: niets bezorgde me nog het kippenvel of de "golf van kracht" vanuit mijn buik die maakte dat ik steeds maar weer terug kwam bij de distortiongoden om nóg meer.
Maar toen ontdekte ik, een jaar of wat geleden drone muziek. En af en toe gooi ik daar wat hitjes van op, om in puur onversneden vorm te kunnen genieten van distortion. Bij voorkeur live of door een grote installatie, zodat de armhaartjes meetrillen in de pulserende lucht en je ingewanden meeresoneren. Maar meestal draai ik de hitjes gewoon eenzaam thuis met een koptelefoontje op. Zoals deze, van het treffend genaamde album Amplifier Worship (1998) van Boris.
Ik kan niet vanuit esthetische overwegingen verklaren wat de aantrekkingskracht nou maakt: het is niet echt "hoogstaand" en behoorlijk ongecomplixeerd. Waarom vinden mensen distortion zo lekker klinken? Het voelt heel "oer". Heeft het een evolutionaire achtergrond? Is de frequentie van de distortion op neurologisch niveau bevredigend voor een bepaald hersengebiedje? Iemand die hier meer van weet?
TL;DR gifjes kunt u hieronder plaatsen.