Uiteraard staat in de verdere uitwerking en implementatie van maatregelen uit het structurele pakket telkens voorop dat de doelen van het programma stikstofreductie en natuurverbetering te allen tijde worden behaald. Inzet van (effecten van) maatregelen uit de structurele aanpak ten behoeve van de ontwikkelreserve zal dit niet in de weg staan. Daarom zal het programma helder beschrijven wat er aan maatregelen (en opbrengsten daarvan) nodig is voor het doelbereik van de omgevingswaarden voor 2025, 2030 en 2035 en voor het realiseren van de instandhoudingsdoelstellingen voor de voor stikstof gevoelige habitats in de Natura 2000-gebieden in termen van behoud, uitbreiding of verbetering daarvan, hetgeen ook inzichtelijk maakt wanneer (effecten van) maatregelen uit de structurele aanpak als aanvullende maatregel hierop mogen worden aangemerkt en onder welke voorwaarden dat gebeurt.
Zo zal, gelet op de lange doorlooptijd van de omgevingswaarde voor 2035, bij aanvang van het programma de volledige opgave voor stikstofdepositiereductie voor de periode 2030–2035 nog niet exact uitgetekend zijn. Het is daarom van belang dat het programma een planning met duidelijke kaders biedt waarin het proces beschreven is om tijdig tot de precieze invulling van de opgave te komen. Zie hiervoor ook paragraaf 2.5.
De tussendoelen zijn inspanningsverplichtingen: ze zijn een hulpmiddel om in 2025, 2030 en 2035 te voldoen aan de resultaatsverplichtende omgevingswaarden en om de doelen te bereiken die worden beoogd met de in het programma opgenomen natuurmaatregelen. Een inspanningsverplichting is minder hard dan een resultaatsverplichting. Met de keuze voor tussendoelen als inspanningsverplichting blijft de flexibiliteit bij de uitvoering van de maatregelen verzekerd en kan ook rekening worden gehouden met exogene factoren zoals depositie als gevolg van emissies uit het buitenland of het gegeven dat bepaalde maatregelen pas op (middel)langere termijn effect sorteren.
Met het maatregelenpakket voor 2030 is het fundament gelegd en daarmee is een belangrijke eerste stap gezet voor het realiseren van de omgevingswaarde voor 2035, waarbij minimaal 74 procent van de hectares met voor stikstof gevoelige habitats in Natura 2000-gebieden onder de kritische depositiewaarden moet zijn gebracht. De opgave 2030–2035 vraagt echter een forse extra stikstofreductie, hetgeen richting 2035 om keuzes voor aanvullend beleid vraagt. De invulling van de maatregelen vergt voor sectoren bovendien structurele hervormingen en transities die zoveel mogelijk integraal en in combinatie met aanpalende dossiers gemaakt moeten worden, zoals klimaat en ruimtelijke ordening. Deze aanvullende maatregelen zullen verder moeten worden uitgewerkt en gekoppeld aan additionele financiële middelen.
Voor een deel van de maatregelen tot aan 2035 zal kunnen worden voortgebouwd op de structurele aanpak tot aan 2030. Nu al zijn de belangrijkste knoppen en beleidsopties in beeld om richting 2035 verder door te ontwikkelen. Het gaat dan bijvoorbeeld om het verder terugbrengen van emissies uit de landbouwsector, bijvoorbeeld via stalaanpassingen, managementaanpassingen, andere bedrijfsvoering en opkoop van bedrijven.
Zo is de precieze omvang van de resterende opgave voor stikstofreductie voor de periode 2030–2035 – en de exacte opbrengsten van de daaraan gekoppelde maatregelen – onder andere afhankelijk van de uitwerking en nieuwe doorrekeningen van het huidige maatregelenpakket tot aan 2030, waarvoor nu nog een brede brandbreedte geldt. De eerstvolgende doorrekeningen van de bronmaatregelen zullen in het tweede deel van 2021 worden opgeleverd en worden bovendien tweejaarlijks geactualiseerd in het kader van de monitoring. Tussentijds vinden aanvullend hierop voortgangsrapportages plaats. Op deze manier kan tijdig worden geacteerd op nieuwe inzichten, die ook bij het invullen van de resterende opgave voor 2030–2035 betrokken worden. Dat betekent evenwel dat een precieze uitwerking van de maatregelen tot aan 2035 op dit moment nog onvolledig zou zijn: kennis en inzichten uit de implementatie en monitoring van maatregelen in de komende jaren zullen hiervoor nodig zijn.
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2021-287.html