Ik had afgelopen weekend een best interessant gesprek met een lokale jager over de wolf. Hij was er niet op tegen dat er wolven waren, vond het schitterende beesten. Maar hij pleitte voor een doelstand, want "waarom zouden we wel een doelstand hebben voor reeën, damherten, zwijnen, hazen, fazaten, etc. maar niet voor wolven?".
Nu had ik het idee dat we juist doelstanden voor reeën, damherten, zwijnen, hazen, fazanten, etc, nodig hebben, omdat we een gebrek hebben aan grote roofdieren die die standen kunnen beheren. En nu die wolf er is, zouden we die doelstanden voor "prooidieren" op termijn wellicht ook meer los kunnen gaan laten. In mijn (wellicht naïeve) wereldbeeld zijn de aantallen grote roofdieren en geschikte prooidieren namelijk nauw verweven. Meer prooidieren -> meer roofdieren -> minder prooidieren -> minder roofdieren -> meer prooidieren, ad infinitum.
Iemand enig idee hoe die twee elkaar in Nederland in balans (kunnen) houden?