Het is zondag en ik heb niet heel veel te doen. Vrijdag kwam het nieuwe album van Deafheaven uit. In plaats van de standaard linkdrop dus maar eens een wat uitgebreidere beschouwing. Wellicht kan het meer mensen enthousiasmeren voor wat tot nu toe mijn favoriete album van het jaar lijkt.
Als achtergrond is wellicht relevant dat de voorgaande albums van de band werden aangemerkt als post-black metal, of blackgaze (mengvorm van black metal en shoegaze). Op dit album worden de metal-elementen achterwege gelaten, op de laatste 3 minuten van het album na, waardoor ik het regelmatig als shoegaze aangemerkt heb zien worden. Dat lijkt wiskundig beschouwd wellichte een logische uitkomst (blackgaze-metal=shoegaze), maar het is mijns inziens ook geen "standaard" shoegaze. De wall-of-sound is niet zo breed vertegenwoordigd, en de productie is te "clean". Het leunt dan ook regelmatig tegen post-rock aan.
Taxonomie is ook niet bijster interessant. Veel interessanter vind ik het om te horen welke invloeden de nummers hebben. Daar gaan we, voor de Google-bot:
Het album opent met Shellstar. Dit nummer lijk wat te putten uit de progrock. De melodielijnen, het akkoordenschema, het 'koortje', en de basgitaar deden me denken aan de rustige stukjes van Between the Buried and Me-composities. In het refrein zit een aardig gelaagde muur van geluid (een paar gitaren, bekkens, tamboerijn), maar de zang ligt daar weer bovenop. Het cleane gitaargeluid uit dit nummer komt in andere nummers terug.
In Blur is mijn favoriet van het album. Kwam eerder al als single uit, en heeft ook een video. Zal dus wel als track met grootste hitpotentie worden gezien (en terecht). Krakend heldere gitaren (beetje jaren '90 shoegaze vibes. Zou er een Roland Jazz Chorus zijn gebruikt?), interessante drumpartijen, en een refreintje met meeblèrambities. Solootje met een e-bow en een gedigitaliseerd kinderstemmetje(?), en een outro die wederom mooi gelaagd is, akoestische gitaren en alles.
Deze was ook als single uitgebracht. Vond het sterke Morrissey-vibes hebben, maar ook weer de jaren '90 indie/shoegaze geluiden. Er zit zowaar een flanger over het gitaargeluid, en de cleane gitaren zijn weer piekfijn. De laatste minuut is een lekkere post-rock climax (met een drietal- deels in de mix verstopte- brullen, die nog even doen denken aan de black metal-kunsten van de zanger)
Na de climax in Great Mass of Color zou je lekker door kunnen gaan met een blastbeat en volledig black metal gaan. Maar dat gebeurt niet. Neptune Raining Diamonds is een ambient-achtig intermezzo. Met de arpeggio die door de drones breekt doet het een beetje denken aan Tangerine Dream, maar met drie minuten is er te weinig ruimte voor echte ontwikkeling.
Lament for Wasps is in het begin een beetje Great Mass of Color, maar dan net iets minder goed. Wel meer reverb, en een iets meer in de mix gelegde zang, dus meer shoegaze-vibes. Langzaam ontpopt zich dat tot de eerste (imo) échte shoegazeminuten van het album (maar dan met double-bassdrum).
Phil Selway achtig drumpatroontje, post-rock gitaartokkeltje, en zanger doet weer een beetje Morrissey-achtig. Eindigt weer met een behoorlijk slepende climax (met een zeker rauw gebrul in de mix). Bij een stadionconcert zou dit het moment zijn waarop het vuurwerk de lucht in gaat.
The Gnashing begint als een track van Amesoeurs, wat de verwachting hooggespannen maakt. Refreintjes staan weer bol van post-rock pingeltjes, en een zanglijn die de nodige spanning of ongemak genereert. Halverwege breekt het nummer af, om terug te komen met een soort van Pink Floyd-achtige gitaarpartij. Gitaarsolo verzopen in de delay als climax, en dan rustig afbouwen.
Dit nummer is 80% shoegaze, en de laatste 20% epische Between the Buried and Me-vibes. Heeft nog niet heel veel indruk op me weten te maken.
En Mombasa is de afsluiter. Het begin als een heerlijk dromerig nummer. Akoestische gitaar, glasheldere elektrische gitaar erbij, een baslijn die je in slaap wiegt, en hemelse zang verzopen in echo. Aan het einde wordt er gebruld en is de blastbeat terug. Om je er op de valreep nog even aan te helpen herinneren dat het toch echt een blackmetalband was. De weg tussen die twee uitersten is mooi afgelegd, dus een waardige afsluiter van een goed album.