De Amerikaanse senator John McCain is zaterdag tijdens een rouwdienst geëerd als een oorlogsheld, een principiële politicus en een man die onvermoeibaar streed voor de idealen waar hij in geloofde. Maar behalve een laatste eer aan een groot Amerikaan, was de dienst ook een protest tegen de politiek van de grote afwezige: Donald Trump.
McCain, die vorige week vlak voor zijn 82ste verjaardag aan een hersentumor is overleden, had zijn eigen uitvaart tot in de puntjes georkestreerd. Er was wekelijks vergaderd om alle details uit te werken: van de sprekers en de muziek, tot de manier waarop zijn kist vanuit Arizona, zijn thuisstaat, naar Washington zou worden overgebracht. Hij bepaalde ook dat de president van de Verenigde Staten niet mocht komen - een onmiskenbare afwijzing van diens persoon en zijn politiek. Ook Sarah Palin, in 2008 nog McCains running mate in de strijd om het presidentschap, was niet welkom.
Tal van politici, zakenmensen en andere figuren van de Amerikaanse elite waren zaterdag bijeengekomen in de Washington National Cathedral. Vooraan stond de kist van McCain, met de Amerikaanse vlag erover gedrapeerd. De twee mannen die McCain ervan hadden weerhouden om zelf ooit president van de Verenigde Staten te worden, waren gevraagd om te spreken: George W. Bush, die de Republikeinse nominatie in 2000 van McCain won, en Barack Obama, die hem versloeg tijdens de verkiezingen in 2008.
Hiermee maakte McCain een duidelijk punt: politiek mag een felle strijd zijn, maar gaat niet over lijken. Politici kunnen het met elkaar oneens zijn, maar ze vechten uiteindelijk samen met dezelfde toewijding voor de Amerikaanse idealen.
‘Als laatste lachen’
Obama gaf toe dat hij verbaasd was toen John McCain hem belde met de vraag of hij op zijn uitvaart wilde spreken. Hij was tenslotte degene die een einde maakte aan zijn droom om ooit president van de Verenigde Staten te kunnen worden. ‘Er is geen betere manier om als laatste te lachen dan door George Bush en mij aardige dingen over hem te laten zeggen voor een nationaal publiek.’
De oud-president sprak niet alleen over McCain, maar ook over Amerika, over politiek en, zonder zijn naam ook maar één keer te noemen, over Trump. ‘Zoveel van onze politiek kan klein en gemeen en onbeduidend lijken’, zei Obama. ‘Uitwisselingen van bombast en beledigingen, onechte controverse en gemaakte woede. Het is een vorm van politiek die doet alsof het dapper en hard is, maar in werkelijkheid is deze geboren uit angst. John was groter dan dat. Sommige dingen zijn groter dan geld, ambitie, beroemdheid, macht. Er is geen betere manier om John McCain te eren, dan door zijn voorbeeld te volgen.’
Ook George W. Bush prees McCain voor zijn ‘moed en zijn fatsoen’ en noemde hem een voorbeeld van Amerikaanse waarden zoals het opkomen voor de zwakken wereldwijd. Hij zei dat McCain het misbruik van de macht verafschuwde, en geen dwepers en wrede despoten kon verdragen.
‘Hij respecteerde de waardigheid die inherent is aan elk leven, een waardigheid die niet stopt bij de grens, en niet kan worden uitgewist door dictators’, zei Bush. ‘Johns stem zal altijd fluisterend over onze schouder klinken. We zijn beter dan dit. Amerika is beter dan dit.’
Behalve twee voormalige presidenten, de voormalige senator Joe Lieberman, en de voormalige minister van Buitenlandse Zaken Henry Kissingen, sprak zijn dochter, Meghan McCain. ‘De beste John McCain, de grootste van al zijn titels en de belangrijkste van al zijn rollen, was die van vader’, zei ze met tranen in haar ogen. Maar ook zij kwam met vlammende kritiek op Trump. ‘We zijn hier om te rouwen om het verscheiden van Amerikaanse grootsheid. De echte, niet de goedkope retoriek van mannen die niet in de buurt van het offer kunnen komen dat hij zo graag heeft gegeven. Het Amerika van John McCain hoefde niet weer groot gemaakt te worden, want Amerika was altijd groot.
Bron